31 AUGUSTUS 1989
333 C
toen de heer Koekkoek persoonlijk bezwaren had tegen het voor
stel, dat hij op grond van zijn kennis van zijn fractie reden
had om aan te nemen dat dit bij zijn fractie verkeerd zou val
len. Meestal weet je als voorzitter ook hoe bepaalde voorstellen
vallen. Ik meende dat dit voorstel voor de V.V.D. een grensgeval
zou kunnen zijn, gezien de korte duur van activiteit van de heer
Leeflang. Die activiteiten zijn zo belangrijk geweest voor de
stad, dat ik mocht aannemen dat de V.V.D.-fractie akkoord zou
gaan en dat bleek zo te zijn. Dus wij blijven bij ons standpunt
dat we vóór zijn.
De heer DE BRUIJN
Zoals U naar aanleiding van eerdere voorstellen misschien wel
weet, hecht onze fractie niet zo erg veel aan ereburgers. Wat
ons betreft mogen er 120.000 ereburgers van Breda zijn. Wij heb
ben geen enkel probleem met dit voorstel. Het brede overleg her
inneren wij ons ook terdege, afgezien van het feit dat andere
criteria ook wel eens anders gewogen worden zoals bij bezoldig
ing en dergelijke en ereburgerschap aan wethouders en dat soort
leuke dingen. "Breed gesteund" wil nog niet zeggen dat het veto
van één grote partij de hele zaak kan blokkeren. Ik denk dat U
daar wel een bepaalde nuance in moet aanbrengen. Dus op zich wil
len we wel akkoord gaan.
De heer GARRITSEN
Bij de instelling van de titel van ereburger hebben wij al kant
tekeningen geplaatst. Het blijft een moeilijke zaak als het col
lege met een betreffend voorstel richting raad komt en je krijgt
dan een discussie over: wanneer wordt iemand ereburger en wan
neer niet? De raad moet daarover een besluit nemen. We hebben in
dertijd een lijst gehad met criteria, maar die zijn denk ik ge
zien de discussie vanavond, boterzacht. Hoe ga je ze uitleggen
en hoe weeg je ze af? Je kunt zoals de P.v.d.A. doet, zeggen
dat er een grotere meerderheid moet zijn om zo'n zaak door te
zetten in de richting van degene die hier voorgedragen wordt. Ik
denk zelf pragmatisch. Als U de raad iets voorlegt, dan neem ik
aan dat de meerderheid gaat tellen. Dan is duidelijk welke rich
ting het opgaat. Anderzijds ben ik het met de V.V.D. en met D'66
eens, dat de houding van de P.v.d.A. in het fractie-voorzitters-
overleg was: we nemen de zaak terug. We zouden daarover kunnen
praten, maar gezien de andere ereburgerschappen die verleend
zijn, ook in politieke richtingen en stromingen, komt het op
zich wat plotseling over dat hier nu een blokkade opgeworpen
wordt. Overigens vind ik de argumentatie niet zo erg overtui
gend. Het zou ook kunnen zijn, maar misschien dat ik iets teveel
accent leg op bepaalde krantenartikelen over mensen die eigen
lijk ook ereburger van Breda zouden moeten worden, dat andere mo
tieven meespelen, om tot afwijzing over te gaan. Als ik het on
juist heb dan hoor ik het graag van de P.v.d.A.
De heer KOEKKOEK
U hoort het meteen, mijnheer Garritsen. U bent een expert in het
geven van allerlei misleidende interpretaties.
De VOORZITTER