28 SEPTEMBER 1989
3^3
langstelling de onderzoekresultaten te zijner tijd tegemoet. Als
ik het goed begrepen heb, zal het college in een voortgangsnota,
of zoals U het noemt: algemene beleidsnota die eind dit jaar ver
schijnt, o.a. ingaan op de vraag: hoe ouderen, die in problemen
komen, ondersteuning te bieden in de thuissituatie, nu de opname
capaciteit in verzorgingstehuizen is afgenomen en het aantal oud
eren in snel tempo toeneemt. U noemt dit zorgwekkende aspect op
diverse plaatsen in Uw nota's. In onze fractie is dit punt be
sproken en wij verzoeken het college aan dit vraagstuk de nodige
aandacht en prioriteit te geven, naast de vraag of en zo ja
waar, nog steunpuntprojecten moeten worden ontwikkeld, waarbij
vanzelfsprekend de andere onderdelen van het ouderenbeleid ook
alle aandacht en actie vergen. Met betrekking tot de besteding
van de gelden flankerend beleid heeft de portefeuillehouder
reeds toegezegd een inventarisatie te doen opstellen van subsi
die-aanvragen en activiteiten, om mede op basis daarvan een ver
dere planning te kunnen maken, daaraan toevoegend: waar nodig en
mogelijk, uitbreiding van de financiële middelen. Onze fractie
ziet de resultaten met grote belangstelling tegemoet. Tot slot
wil ik ten aanzien van de toewijzing woontussenvoorzieningen met
betrekking tot steunpuntprojecten opmerken, dat ik in het totale
plaatje de indicatiecommissie mis. In de commissievergadering is
dit punt reeds uitvoerig aan bod geweest. Volgens de informatie
van de portefeuillehouder tijdens de commissievergadering zou
het overleg met de woningbouwcorporaties nu afgerond moeten
zijn. Wat zijn daarvan de resultaten? Volgens Uw toezeggingen
zou er eind dit jaar een voortgangsnota - of algemene beleidsno
ta - verschijnen. Mogen wij erop rekenen dat deze nota echt in
december verschijnt?
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Zo even besprak ik voorstel 227, nu volgt voorstel 228. Uw voor
stel betreffende de besteding van de gelden voor woontussenvoor
zieningen heeft in de commissie M.D.S.O. ruime aandacht gehad.
De leden van de V.V.D.-fractie hebben het een tweetal bemerkin
gen meegegeven. De eerste was, dat punt 3 van het besluit overbo
dig is en in feite strijdig met punt 5 onder d. De beschikbare
gelden worden namelijk verdeeld naar rato van het aantal wonin
gen. Wanneer er derhalve meer woningen met woontussenvoorzienin
gen komen en het totale beschikbare bedrag gelijk blijft, dan be
tekent dit, dat men de f 40,per maand, genoemd in punt 3 van
het besluit niet kan handhaven, of dat de bijkomende woningen
geen bijdrage zullen krijgen. Dit laatste is naar onze mening
niet houdbaar en dus ontstaat er een open-einde regeling. Omdat
de V.V.D.-fractie deze regeling niet in de weg wil staan en het
ouderenbeleid onze hoge prioriteit heeft, hebben wij deze rege
ling genomen zoals hij hier staat, maar wij begrijpen overigens
niet goed waarom U ons toch een wat kronkelige regeling voor
legt. Wij wachten Uw voorstellen bij eventuele nieuwe woontussen
voorzieningen af. Wij kijken dan wel op welke wijze U hiermede
omgaat. Overigens wijzen wij, wanneer te zijner tijd meer midde
len nodig zullen zijn, deze voorstellen niet bij voorbaat af.
Wij zullen ze dan bekijken. Een tweede bemerking in de commissie
M.D.S.O. betrof een aanvulling op de subsidie-voorwaarden en wel
deze: "Een subsidie-aanvraag zal in ieder geval een verklaring