28 SEPTEMBER 1989
3^5
De heer DE LEEUW
Ik wil het voornamelijk hebben over agendapunt 229, inzake de
gelden flankerend ouderenbeleid. In agendapunt 227 wordt
f 80.000,structureel ingezet voor de steunpunten van het flan
kerend beleid, zodat f 110.000,overblijft voor flankerend be
leid. In de toekomst zal de groep die gebruik gaat maken van het
geld, groeien. Het moment zal derhalve aanbreken waarop de subsi
diegelden onvoldoende zullen zijn om subsidie-aanvragen te vol
doen. Dit zou dus mede kunnen zijn doordat er f 80.000,uit ge
reserveerd is. Wat is het college dan van plan te doen?
Wethouder VAN RAAK
Voor wat betreft de wijkBoeimeer het volgende. Ik onderschrijf
volledig wat door een aantal sprekers is opgemerkt, namelijk dat
deze wijk voor wat betreft de steunpuntvestiging een hoge, zo
niet de hoogste, urgentie had. Dat klopte met ons voornemen, zo
als we dat in de nota van begin 1987 hebben neergelegd. We heb
ben in de commissievergadering reeds getracht toe te lichten dat
er uitgebreid is gezocht, maar er blijven problemen bestaan. De
ze problemen hebben we toegelicht. Er zijn onderhandelingen ge
weest en studies verricht. Op Uw vraag of er ontwikkelingen in
de laatste drie weken zijn geweest, moet ik U antwoorden dat ik
daarover geen nadere informatie heb gekregen. Ik blijf er bij
- en dat zeg ik mevrouw Brosky ook toe - dat de zaak de aandacht
moet blijven houden. Wij komen erop terug in de Voortgangsnota,
zoals ik reeds heb toegezegd. Er ligt daar nog steeds een enorme
urgentie. Er moet daar iets ontwikkeld kunnen worden. Of dat uit
eindelijk die locatie wordt, waarover iedereen spreekt, kan ik U
nu nog niet zeggen. We hebben deze bepaalde locatie nog wel
steeds op het oog. Over de wijk Ypelaar heeft men inderdaad iets
kunnen aantreffen in de eerste nota. In de huidige nota is deze
wijk echter niet meer genoemd. Bij de commissiebehandeling heb
ik gezegd dat er te verwachten is, dat we onze steunpunt-wonin-
gensystematiek - die aanvulling in die brede opbouw van allerlei
vormen van bejaardenwoningen - uit zullen breiden. We worden
hiertoe misschien ook enigszins gedwongen door het feit, dat de
provinciale- en rijksoverheid, voor wat betreft de verpleegtehui
zen en de aanleunwoningen, een soort pas-op-de-plaats dreigen te
maken. De 6.2-norm zal binnenkort van toepassing zijn. De con
cept-uitwerking daarvan heeft de speciaal daarvoor bijeengeroe
pen commissie gepasseerd. Breda zal tegen de 6.2-norm bezwaar ma
ken. Het antwoord ligt reeds in concept op mijn bureau. Breda
wil voor wat betreft de verzorgingstehuizen op de 6.7-norm blij
ven zitten. Dat neemt niet weg dat de vergrijzing in Breda toe
slaat. Ik vermoed dat de laatste demografische becijferingen,
die door de sociografische dienst zijn ontwikkeld, daarop ook
zullen wijzen. Voorts is er sprake van een ander type bejaarden,
namelijk het actievere type. Voor die groep is de steunpuntwo
ning naar ons oordeel het juiste antwoord op die ontwikkeling.
Dat betekent dat we zullen bekijken of ook in andere wijken moge
lijk steunpuntprojecten kunnen worden ontwikkeld. We proberen
het ook anderszins. In Heksenwiel trachten we rond 1993/199^ een
overplaatsing te realiseren van een bejaardentehuis, waaraan we
een steunpunt en eventueel steunpuntwoningen kunnen vastkoppe
len, zodat we daar het zogeheten "naadloos zorgcircuit" optimaal