356
Notulen van de buitengewone vergadering van de raad van de ge
meente Breda op 6 oktober 1989
AGENDA
Uitreiking erepenning aan Generaal-Majoor H. Leeflang.
AANWEZIG: DE HEREN P.M. FEIJ, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, WETHOU
DER; MEVROUW J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLTDE HEER C.G. BERKHOUT,
MEVROUW L. VAN BEUSEKOM-NIXDE HEER J.O.E. BOER, MEVROUW M.J.
BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEER J.L. BOKKELKAMP, DE DAMES J.M.J. BROS-
KY-WESTDORP, H.W.D. DAMMER-NOORMAN, DE HEREN N.M.E.C. DERIJCKE-
RE, J.P.M. GOOS, DE DAMES M.P. HEERKENS, M.M.C.W. HEESSELS, DE
HEER J.H.J. HOFSTé, MEVROUW E. KRIENS, DE HEER H.A. MARTENS, ME
VROUW A.W. NEEB-WIEGERSMADE HEER J.C.N. NUITERMANSDE DAMES
IJ. DEN OUDEN-JANSEN, C. PELLIS, J.C. VAN DER POEL, DE HEER
H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; MEVROUW E.W. RATTINK, WETHOUDER; DE
HEREN F.L.M. RÖMKENSWETHOUDER; H.L. SINKE, MEVROUW J. WOUTERS-
KOOTSTRA, DE HEREN J.A. VAN DEN WIJNGAARD, M.P.W.C. VAN VEEN, SE
CRETARIS.
AFWEZIG: MEVROUW E. PLES, DE HEREN R.G.P. SANDBERG, WETHOUDER;
J.P.W.A.A.M. TAKS, A.B. GROSFELD, E. DE BRUIJN, H.C. VAN DONGEN,
W.P. VAN DONGEN, N. GARRITSEN, A.W. KOEKKOEK, E.J.M. DE LEEUW,
M. BOSHART EN A.G.J.M. DEN BOER.
De VOORZITTER opent de buitengewone vergadering om 19.30 uur met
het gebed.
De VOORZITTER
Dames en heren, een bijzonder woord van welkom aan U allen bij
deze bijzondere zitting van de raad van de gemeente Breda. Het
kan niet anders, dat op een avond als deze er toch enkele mensen
verhinderd zijn, hoewel ze dat betreuren. Ik zou thans graag U,
mijnheer Leeflang, willen toespreken. Mijnheer en mevrouw Leef-
lang, geachte familieleden, ereburgers, overige gasten, dames en
heren van de gemeenteraad, en U allen die door Uw aanwezigheid
luister bijzet aan deze feestelijke vergadering van onze raad.
Het zal duidelijk zijn dat ik mij nu met name richt tot U, mijn
heer Leeflang, gouverneur van de K.M.A. Vrijdag 27 oktober aan
staande gaat U Uw commando over de Koninklijke Militaire Acade
mie in deze stad aan Uw opvolger overdragen. Daarmee komt een
einde aan een vrij korte, maar in militaire kringen niet onge
bruikelijke periode, waarin U leiding heeft gegeven aan dit we
tenschappelijk opleidingsinstituut in onze stad. Een instituut
dat voor het grootste gedeelte van zijn bestaan binnen onze
stadsmuren gevestigd is geweest en nog is. Bij het woord "geves
tigd" denk je automatisch aan "vesting". En "vesting" doet je
weer denken aan "afzondering", "geslotenheid" en misschien zelfs
een beetje aan "verschansing". Het is duidelijk dat in het alge
meen militaire objecten in het verleden nogal afgezonderd werden
en niet toegankelijk waren voor de burgerij. Het is vaak de be
trokkene, de militaire commandant en voor de K.M.A. de gouver
neur, die de integratie van een militair instituut in de samenle
ving kan bevorderen. Ik herinner me uit mijn jeugd, dat het toen
al gebruikelijk was, dat een kazerne-commandant iets bijzonders
deed naar de maatschappij. Dat ging dan niet verder dan, wat men