26 OKTOBER 1989 365 De heer SCHARFP Dat beloof lk. De VOORZITTER Ik wens U veel geluk en verzoek U Uw plaats in te nemen. Ik heet U welkom. Het is niet voor een lange ambtsperiode. Wij kennen U van vroeger. Wij hebben waardering gehad voor Uw inbreng en ho pen dat U op dezelfde voortreffelijke wijze Uw functie zult ver vullen. Daarin hebben wij vertrouwen. Ik voldoe thans aan het verzoek van de heer Koekkoek om een korte verklaring af te leg gen. De heer KOEKKOEK Met deze verklaring willen wij als fractie-voorzitters van de P.v.d.A, C.D.A, V.V.D. en D'66 reageren op de ontslagaanvraag van burgemeester Feij en de zaken die daarmee samenhangen. De ontslagaanvraag van de burgemeester heeft ons bijzonder onaange naam verrast. De redenen die de burgemeester aanvoert zijn in het perspectief van het Bredase politievraagstuk correct. Be stuurlijk wordt het er in Breda niet gemakkelijker op, met de ge meenteraadsverkiezingen in het vooruitzicht. Wij kunnen echter niet anders dan het besluit respecteren, zij het met pijn in het hart. Wij hechten eraan te verklaren dat voor de raad het poli tiebeleid van de burgemeester niet ter discussie staat. Steeds opnieuw hebben wij de burgemeester gesteund in zijn pogingen ver anderingen aan te brengen in het politiebeleid en in het politie korps, te meer daar de criminaliteit in Breda onverminderd hoog blijft. Het gedrag van de dienstcommissie en de staf heeft ons bijzonder verontrust. Vast staat dat hun brief de vertrouwensre latie tussen politie en raad heeft geschaad. De collegepartijen overwegen om tijdens de raadsvergadering van 23 november 1989 aan de hand van het rapport van Andersen te spreken over de toe komst van het politiebeleid in Breda, en daarbij nadrukkelijk de relatie raad en politie te betrekken. De heer GARRITSEN Ik betreur de hele gang van zaken, maar heb tevens veel begrip voor de situatie waarin de politie is terecht gekomen. Dit is een gevolg van het feit dat 2 hoofdrolspelers 2 jaar niet functi oneerden met elkaar en dat de raad zich, naar mijn mening, steeds afzijdig heeft gehouden van het conflict. Ik kan niet an ders constateren dat, waar de politiek valt, de politie met standpunten naar buiten komt. We hebben zo lang gewacht met een optreden van de gemeenteraad in deze; een discussie over deze problematiek heeft hier nog nooit echt plaatsgevonden. Ik denk dat de politie weinig anders kon doen, dan het vertrouwen in de 2 hoofdrolspelers opzeggen. Ik betreur het dat het zo is gegaan, maar ik denk dat de gemeenteraad de hand in eigen boezem dient te steken. De VOORZITTER Alvorens met de agenda te beginnen heb ik nog een korte medede ling. Onder leiding van de loco-burgemeester zal na afloop van deze vergadering in de commissiekamer overleg plaatsvinden met de fractievoorzitters en het college, exclusief de burgemeester.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 365