26 OKTOBER 1989 368 Wethouder RöMKENS Naar aanleiding van de heer De Leeuw het volgende. De kwestie rond de kwijtscheldingen in het algemeen, komt terug bij de eva luatie die binnenkort in verschillende commissies aan de orde komt. Het marktconformprincipe heeft te maken met het feit dat wij, bij bedrijven die in de huisvuilroute kunnen worden meegeno men, op basis van een contract via mini-containers het bedrijfs- vuil meenemen. Dat betekent dat wij de tarieven hanteren die marktconform zijn. Zoals in de commissie is gezegd betekent dit, dat dit mechanisme er is om concurrentievervalsing tegen te gaan. Want zouden we de werkelijke tarieven berekenen, dan zou den die lager zijn. De veronderstelde relatie die de heer De Leeuw legt moet ik helaas ontkennen. Ten aanzien van de heer Van den Wijngaard het volgende. De evaluatie heb ik toegezegd, dus die komt Akkoord 254. VASTSTELLEN VAN DE WIJZIGING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGE LING "WOONWAGENSCHAP BREDA". Akkoord 255. CONCEPT-VERORDENING BIJDRAGEREGELING VERHUIS- EN INRICH TINGSKOSTEN. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX De voor ons liggende regeling is zowel een minimaregeling als een regeling in het belang van de volkshuisvesting. Het is een goede regeling en zij dient een algemeen belang. Het feit dat het een bepaalde bewonerscategorie betreft die tegelijkertijd tot de lagere inkomensgroep behoort, geeft alleen maar aan dat er nog steeds een niet optimale aansluiting is tussen woningvoor raad en inkomen. Dat wij dat in Breda een onderdeel van het mini mabeleid noemen, is naar onze mening alleen maar te verklaren uit het feit dat deze regeling qua toepassing goed kan aanhaken aan de verordening die op het terrein van het minimabeleid reeds bestaat. Het grote gemeentelijke belang bij normalisering van de verhouding huur/inkomen en het daardoor beschikbaar komen van wo ningen voor andere bewoningscategoriën, rechtvaardigt zeker deze regeling en betreft dan ook meer een huisvestingbeleid dan een minimabeleid. Niet dat de V.V.D.-fractie Iets tegen een minimabe leid heeft, maar wij hebben wel wat tegen het steeds verder uit bouwen daarvan, omdat er vele aspecten aankleven die een gemeen telijke taakstelling te boven gaan. De V.V.D. is erg benieuwd naar het aantal aanvragen in verhouding tot het beschikbare bud get. Zonder U tegelijkertijd vast te pinnen op wat in de commis sie is gezegd, namelijk dat de aanvragen het bedrag nu al over schrijden, zouden wij U toch willen vragen in de commissie M.D.S.O. of in de commissie volkshuisvesting te melden wanneer het budget op is. Juist in het kader van het "help het volkshuis- vestingsbelang" kan dan overwogen worden het budget bij te stel len. Wat ons betreft hopen wij dat het aantal aanvragen hoog zal zijn. Wij hopen ook dat aan vele in aanmerking komende gezinnen een goedkopere en meer passende woning kan worden toegewezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 368