26 OKTOBER 1989
376
de schoonheidsprijs verdient. Wat betreft de financiering het
volgende. Het werken met 2 modellen zou naast de inhoudelijke af
weging ook de financiële afweging mogelijk gemaakt hebben. Uit
het rapport Cultuurcontouren blijkt dat er circa f 20 miljoen
voor de schouwburg nodig is. Bij de Kadernota 1990 is hiervoor
geld gereserveerd. Op dit moment wordt de renovatie volgens het
bekende model II geschat op f 17,5 miljoen, waarbij f 10 miljoen
structureel niet gedekt is. De consequentie Is, voor zover wij
het kunnen overzien, dat het budget voor de schouwburg structu
reel verhoogd moet worden met f 1 miljoen per jaar en dat uiter
aard voor een zeer lange periode. De P.v.d.A. vindt, dat gemakke
lijk over de problematiek van deze financiering gesproken is.
Tenslotte de inhoudelijke kanten. In de nota "Concordia - podium
van morgen" wordt nadrukkelijk gekozen voor de uitgewerkte vari
ant. De inhoudelijke motleven en ideeën kunnen wij zeer zeker de
len. Tijdens de informele en formele commissievergaderingen zijn
onze inhoudelijke vragen voor het grootste deel beantwoord. Wat
overblijft is de vraag naar de inspraak en betrokkenheid van het
amateurtoneel in Breda. Op welnee manier wordt het amateurtoneel
betrokken bij de renovatie? Aansluitend bij de opmerking van de
heer De Bruijn het volgende. De P.v.d.A. heeft zijn twijfels
over de horeca-omzet en de horeca-bedragenDe argumentatie oogt
solide, maar de grote winsten blijven ons verbazen.
De heer DE BRUIJN
De opmerking van onze kant voor wat betreft de horeca was iets
anders bedoeld dan de heer Koekkoek nu tracht weer te geven.
De heer KOEKKOEK
Ik zei dat ik aansluit bij Uw opmerking over de horeca. Ik heb
niet gezegd dat ik Uw opmerking overneem, of dat mijn opmerking
de Uwe is.
De heer DE BRUIJN
Als U zich bij mijn opmerking aansluit, dan neemt U eerst die
mee en vervolgens komt Uw opmerking. Dan past het niet bij el
kaar.
De heer KOEKKOEK
U moet het als volgt zien: U had een opmerking gemaakt; daarna
krijgt U een punt. Vervolgens kwam mijn opmerking, die over het
zelfde onderwerp ging. Volgens mij is dat aansluiten. Over de be
sluiten die ons worden voorgelegd heb Ik een paar vragen. Het
college hanteert onder punt 1 de term "in beginsel". Deelt het
college onze opvatting dat "in beginsel" inhoudt: het schouwburg-
plan kan teruggedraaid worden op het moment dat het definitieve
besluit genomen moet gaan worden? Tweede vraag is, of de raad in
het definitieve ontwerp van de architect kan schrappen, indien
het bijvoorbeeld te duur uitvalt. Daarbij aansluitend: kunt U
zeggen wanneer het definitief ontwerp verschijnt? Ten derde: wat
is de positie van de sponsorgelden in dit geheel? In hoeverre
zijn deze nodig voor de realisering? Betekent minder sponsorgel
den ook vermindering en aanpassing van het inhoudelijk en bouw
kundig beleid? Ten vierde: kunt U ons de toezegging geven dat de
projectcoördinatie begeleid wordt door een extern bureau?