26 OKTOBER 1989 379 nen is niet veel terecht gekomen. De discussie waar het nu om gaat is de gevel, waarover ook mevrouw Boidin al heeft gespro ken. Ik kan mij daar volstrekt in vinden. Waar de molen weg is op het Van Coothplein, waar de G.T.S. niet meer bestaat, vraag ik me af of je zo'n stukje gevel nog overeind moet houden, ter wijl het volume van het hele gebouw nieuwbouw is. Ik zou graag een deskundig advies willen hebben op de vraag of die gevel in deze staat voor de nieuwe schouwburg gehandhaafd moet blijven. De discussie die de P.v.d.A. met D'66 voerde heeft ook in de com missie plaatsgevonden. Nogmaals: je moet een cultuurgebouw niet benaderen door eerst te zeggen uitwerking model I en uitwerking model II. Je zult het anders moeten benaderen. Ik constateer dat de P.v.d.A. een andere benadering heeft. In haar eigen program staat dat ze een accommodatienota wilde hebben. Het college heeft gelukkig gekozen voor een andere weg, wat ik op prijs stel. De heer Koekkoek komt toch steeds weer terug met model I en dan met name vanuit het oogpunt van accommodatiebeleidter wijl ik vind dat de raad eerst moet zeggen welk culturele aanbod men wilt, om daarna de discussie aan te gaan. De heer KOEKKOEK Ik heb steeds betoogd dat het ons om inhoudelijke zaken gaat, maar dat de P.v.d.A. ook gehouden is, net als andere partijen in deze raad, te kijken of het financieel haalbaar is. Om die afwe ging te maken zul je moeten kijken waar je beleid in de accommo datiesfeer toe leidt. Dat is een hele simpele vraag. De heer GARRITSEN Dat vind ik terecht, maar als je model I en II financieel uitre kent, dan blijkt de investering op exact hetzelfde bedrag uit te komen. Daar zit dus geen verschil in. Qua exploitatie was model II ook beter. Dan moet je inhoudelijke argumenten hebben om voor model I te kiezen. Die geeft de heer Koekkoek niet aan. Die dis cussie gaat hij uit de weg, vandaar dat ik die opmerking maak. De heer KOEKKOEK Ik heb niet gekozen voor model I. De heer GARRITSEN U wilt het verder uitgewerkt zien. Voor mij en D'66 is die zaak niet nodig. Wethouder ADANK De grote lijn van de betogingen van de woordvoerders van de ver schillende fracties wekt vertrouwen, is hoopvol en is, naar aan leiding van de discussie die we voerden In december 1988, die zich voortzette in de verschillende vergaderingen in de commis sie cultuur, die uiteindelijk uitmondde in de Informatieve verga dering in de schouwburg en vervolgens de reguliere vergadering van de commissie cultuur, een positieve lijn. Die positieve lijn wordt hier vanavond verwoord. Maar terecht is er een groot aan tal kritische opmerkingen, zeker ten aanzien van de financiering, waarover ik geen honderd procent zekerheid kan geven. Vandaar dat het college ook duidelijk geweest is in de besluitvorming door zowel in het preadvies als In het besluit het woord "in be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 379