26 OKTOBER 1989 380 ginsel" tot tweemaal toe toe te voegen. Dat betekent dat we okto ber, november, december en januari nodig zullen hebben om in zicht te kunnen krijgen in de gedetailleerde begroting. Dan zal niet het geld op tafel liggen wat middels externe financiering, fondsen of sponsoring binnen komt, maar wel inzicht daarin. Dan zullen we alsnog tot finale besluitvorming over moeten gaan. Hier wordt gesuggereerd dat van een definitief ontwerp er wel licht, indien financieel nodig, links en rechts wat stukken afge sneden kunnen worden. Voor de duidelijkheid wil ik verwijzen naar bladzijde 62 van de nota, waarin architect Van Schijndel uitdrukkelijk aangeeft, dat op dat moment de wezenlijke meerwaar de, die we proberen te realiseren met model II, volkomen weg valt. Op bladzijde 62, welke gevolgen het heeft als het parage bouw niet bij het totale concept betrokken wordt. Naar aanlei ding van een vraag van mevrouw Boidin-van Hoeve en de heer Gar- ritsen het volgende. Over de architectonische waarde van de voor gevel en de inpassing op het Van Coothplein heeft de architect duidelijke ideeën; het is voor hem juist een uitdaging om deze semi-historische voorgevel op verantwoorde wijze in te passen. De architect schetst duidelijk in de nota dat model II veel meer biedt dan model I, en met name ook aan het totale gebied van kunst en cultuur zoals we dat gezamenlijk geformuleerd hebben. Dat is geen dictaat geweest. Ik wil nog refereren aan de notitie kunst en cultuur; terecht werd ik er toen op gewezen: "wethou der, U komt met een accommodatie verhaal". Wij zijn onmiddellijk aan de slag gegaan om in april een beleidsverhaal op papier te krijgen. Dat heeft het college, vooral door de overtuigende kracht van een groot aantal deskundigen op het totale gebied van kunst en cultuur in den lande, laten overtuigen dat model II in deze stad met dit aanbod van kunst en cultuur, dat loopt van pop, via repertoiretoneel, cabaret, dans tot alles wat U op dit gebied voor mogelijk houdt, het beste is. Ik wil U nog wijzen op het aanstaande dansfestival dat in 1990 bijvoorbeeld een begro ting zal kennen van f 500.000, Dat zijn bedragen waaraan wij niet gedacht hadden, toen we begonnen met onze eerste notitie kunst en cultuur. Als U mij vraagt: is deze Nota "Concordia - po dium van morgen" een geïsoleerde nota? Het is een nota die deel uitmaakt van het totaal te formuleren kunst- en cultuurbeleid in deze stad als centrumfunctie. Dat betekent dat we in januari/fe bruari ook zullen komen met een integratienota, waarin de 8 of 9 beleidsnota's, die -nu enerzijds al vastgesteld zijn, anderzijds in concept op tafel liggen of in de inspraak zijn, bijelkaar ge zet worden. Dan liggen de onderleggers op tafel om de volgende vijf of zes Jaar of wellicht langer, vanuit een duidelijk be leidsverhaal aan het kunst- en cultuurbeleid in Breda gestalte te geven. Er is een aantal vragen gesteld over sponsoringsmoge- lijkheden en -onmogelijkheden, over externe fondsen, over subsi dies zowel provinciale als landelijke. We zijn al volop daarmee bezig en ik kan U 'zeggen dat de gemeentelijke projectgroep, in samenwerking met een comité van aanbeveling, op dit moment de mo gelijkheden en onmogelijkheden analyseert. We proberen een stra tegie te ontwikkelen, zodat we, met behulp van een extern public relationsbureau, de fondswervingsactiviteiten op korte termijn kunnen starten. We proberen in ieder geval binnen 3 of l| maanden inzicht te krijgen in de mogelijkheden en welke bedragen substan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 380