27 NOVEMBER 1989 415 De heer GARRITSEN Als een grotere fractie het nog beter formuleert dan ik, dan heb ik daar alle vrede mee. Wethouder RATTINK Ook dit is een voorbereidingsbesluit dat de nodige commotie heeft opgeroepen. We hebben dat bij de laatste commissievergade ring vorige week maandag ook kunnen zien. Er zijn nogal wat din gen over tafel gegaan over verdichting en dat soort zaken. Waar om komen dit soort locaties in beeld? Ik heb dat bij het vorige voorbereidingsbesluit al even aangeduid. We zitten met de vraag naar locaties op allerlei terreinen, zowel voor sociale woning bouw en vrije sectorbouw, alsook voor specifiek senioren die sa men de mogelijkheid willen krijgen om zelf een bepaald type wo ning te ontwikkelen, in die zin dat zij met een aantal mensen ook steun aan elkaar hebben. Dat is inderdaad een punt van het ouderenbeleid. Wat betreft de criteria die zijn gehanteerd bij het plaatsen van steunpunten, het volgende. We kiezen deze in be staande wijken, daar waar voorzieningen aanwezig zijn. Dat is één van de punten die we belangrijk vinden in het kader van het ouderenbeleid. Dat geldt ook voor andere categorieën ouderen en niet alleen voor degenen die in een steunpunt terecht komen. Dit moet een van de uitgangspunten zijn. Naast de locaties die we hebben in de uitbreidingsgebieden, de Haagse Beemden, hebben we ook locaties op basis van ontwikkelingsschetsenBijvoorbeeld in de Hoge Vucht. Daarom hebben wij nóg meer terreinen nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. We zijn bezig met locaties op basis van het groenstructuurplan: dan praten we over verdichting, want dan gaan we groen bebouwen. Als we in een bestaande wijk gaan kijken, dan denken wij in eerste instantie niet aan dat groen. En zo moet U dat ook zien. Als men praat over de toezegging die indertijd in Boeimeer is gedaan, dan praat men over "het groen houden van het groen". Nu wordt er gezegd, dat het een beetje flauw is als we dan komen met een terrein waarop een bebouwings bestemming rust, maar zo moet U het natuurlijk wel zien. In al die jaren is dat terrein niet bebouwd. Ook nu komt het wel voor, dat we in het kader van ontwikkelingen in de Haagse Beemden niet direct een invulling voor een bepaalde plek vinden. Dit garan deert niet dat mensen daaraan over 10 jaar kunnen ontlenen dat die plek altijd groen is geweest. Dat blijft een probleem. Als er gezegd wordt dat we eerder de bestemmingsplannen moeten her zien, dan zeg ik alleen maar: wat dat betreft heb ik net ook bij het andere voorbereidingsbesluit aangegeven, dat het college vindt dat die inhaalslag duidelijk gemaakt moet worden. We moe ten naar grotere bestemmingsplannen toe, die we dan ook regelma tig zullen moeten herzien. De huidige situatie is als volgt: we zitten met oudere bestemmingsplannen, met -ik weet niet hoeveel- "postzegelplannen"Die kunnen we niet een-twee-drie weer omtur nen, want dat zou betekenen dat we nooit die inhaalslag naar die grotere bestemmingsplannen kunnen maken. Een en ander betekent dat we op een gegeven moment de status quo moeten aanvaarden en dan moeten overgaan tot die grotere bestemmingsplannen. Als we dan toch met het gegeven zitten van de vraag naar ouderenwo ningen en we zoeken in wijken waarin op dat moment de vraag ligt, dan betekent dat, dat we kijken naar terreinen waarop een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 415