28 NOVEMBER 1989 wikkelingen. Een stichting als bundeling van de vele leerwerkpro jecten, wordt door het C.D.A. toegejuicht. Wij willen vragen om toch vooral vanaf het begin het bedrijfsleven daarbij te be trekken. Ik maak even misbruik van dit punt, door nog eens terug te komen op een punt dat ik diverse keren heb aangehaald, name lijk: proberen ook andere werkgelegenheidsprojecten met elkaar in verband te brengen, om te kijken wat die effecten bij elkaar opgeleverd hebben. Steeds meer diensten gaan zich bemoeien met werkgelegenheidszaken en claimen dit in hun pakket. Ik denk dat het een goede zaak zou zijn om dat te bundelen. Nu het gevoelige onderwerp: winkels in buurten en wijken. Gevoelig, met name de laatste tijd ook in Breda Oost. Het C.D.A. hecht aan een goede afweging van alle belangen die daarbij betrokken zijn, maar wil vanaf deze plaats in ieder geval ook het sociaal belang van win kels in een bepaalde buurt meegeven. Ik denk dat dat een heel grote rol zou moeten spelen. Het milieu is een sector waar vol gens het C.D.A. aansprekend beleid gevoerd wordt. We hebben al leen één zorg, zeker als we naar de toekomst kijken, en dat zijn de te verwachten milieulasten. Deze lasten zullen voor de bur gers in de toekomst hele grote bedragen gaan inhouden. Op dat punt zijn wij niet erg gerust en tevreden over de medewerking die wij van de hogere overheden krijgen. Met name betreft dat de financiering, danwel de tijdige financiering, van een aantal maatregelen. Om die reden dient het C.D.A. een tweetal moties in. De eerste motie heeft betrekking op de actie "denk om Je tank" en de financiering daarvan; de tweede motie heeft betrek king op bodemsanering en de financiering daarvan. Beide moties zijn mede ondertekend door de V.V.D.- en D'66-fractieMet be trekking tot het beheer van onze stad, ziet de C.D.A.-fractie een duidelijke tendens van stadsvernieuwing naar buurt- en stads beheer. Als we kijken naar de projecten buurtbeheer, zoals die op dit moment worden gevoerd, dan gaat de voorkeur van het C.D.A. uit naar een verdere invulling van stadsvernieuwingsbe leid, gebaseerd op de ervaringen van buurtbeheeraanpak. Overi gens wil ik U in dit verband vragen binnenkort met ons daarover van gedachte te wisselen, zodat we de mogelijkheid krijgen om dat verder uit te kristalliseren. Het minimabeleid komt binnen kort aan de hand van de evaluatie aan de orde. Zeker zal dan een discussie gevoerd worden over de f 300.000,— die voor sportsti mulering opzij gezet is. Ik wil vooral op dit moment duidelijk maken, dat de besluitvorming over de begroting niet inhoudt, dat we een beslissing nemen over de Inzet van die f 300.000,—. Over volksgezondheid het volgende. De bewaking en de bevordering van de volksgezondheid wordt steeds meer een lokale en gewestelijke aangelegenheid. Daarnaast ontdek Je dat steeds meer diensten en sectoren raakvlakken krijgen met dit onderwerp. Al met al een punt voor goede onderlinge afstemming en taakafbaking. Mijn vraag is hoe dat denkt te kunnen bereiken. Over kinderopvang komt binnenkort een discussie. Ik wil toch alvast meegeven hoe het C.D.A. tegen dit onderwerp aankijkt. Het C.D.A. is van oor deel dat primaire kinderopvang een taak is van ouders, bedrijven en dergelijke en dat de overheid voorwaardenscheppend in deze moet optreden. Die insteek zal voor ons bepalend zijn voor het bekijken van de organisatie die rondom kinderopvang wordt ge creëerd. De behandeling van de nota sociaal culturele centra

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 428