28 NOVEMBER 1989
439
het links en rechts gebeurd en daar kunnen we wat mee doen. Om
dit nader gestalte te geven heeft onze fractie een motie opge
steld die we nu Indienen en die mede ondertekend ls door de heer
Slnke. Wat betreft de sector cultuur zijn we blij dat binnen de
cultuur een definitieve oplossing ls gevonden voor het bezuini
gingszwaard dat boven deze sector lag. We kunnen er toch niet
aan ontkomen om te kijken hoe het cultuur In deze raadsperiode
is vergaan. Dan krijgen we een beetje het gevoel dat we een be
leid hebben gevoerd dat "Don Quichote" niet zou misstaan. Het
vechten tegen windmolens, windmolens vervolgens als problemen
zien en daarop volgende problemen proberen op te lossen. Een ge
voel van het vooruitschuiven van problemen die er werkelijk wa
ren. Het laatste Jaar hebben we mogen constateren dat er aarze
lende schreden worden gezet om het cultuurbeleid nader gestalte
te geven. Ik denk dat wij, niet In de laatste plaats, als
voorzitter daarvoor dank moeten zeggen. Maar er moet nog vrese
lijk veel gebeuren. Ik denk dat het van groot belang is om de
vinger aan de pols te houden. We moeten ervoor oppassen dat we
niet weer opnieuw tegen windmolens gaan vechten. We hadden deze
avond willen eindigen met een variant op een uitspraak van een
oude senator uit het oude Rome, de heer Cato, in de zin van:
"toch is D'66 van mening dat de haven open moet". Dat zal U dui
delijk zijn. Met daarmee te eindigen zou daarop misschien wat te
weinig nadruk worden gelegd, want we hebben moeten constateren
dat op een gegeven moment de wethouder cultuur het zag als een
gezeur over die havens, terwijl het zicht op torens die daar in
de buurt liggen ontsierd wordt door schepen. Dan denk ik, dat is
dan typisch zo'n windmolen die voorbij gaat aan de feitelijke
problematiek die daar ligt. Ik denk dat we in de sector cultuur
daar niet weer naar toe moeten. Een derde punt is de architec
tuur. De architectuur is de laatste maanden in Breda wat meer
naar voren gekomen en er is uitgebreid over gediscussieerd. We
moeten ervoor waken dat we niet alleen maar discussie-avonden
houden over architectuur, om vervolgens de stad vol te pletteren
met non-architectuur. Ik denk dat het van belang is te kijken of
op korte termijn een commissie in het leven geroepen kan wor
den, waarin met name deskundigen, zowel uit Breda als buiten Bre
da, hun licht laten schijnen over de architectuur en de mogelijk
heden binnen Breda. Landelijk hebben we de Inmiddels opgeheven 5
x 5-groep gezien, de insiders wel bekend, die zich bezig heeft
gehouden met met name architectuur in de volkshuisvesting. Ik
denk dat daaruit signalen zijn gekomen, die we ook hier in Breda
zouden moeten gebruiken. Een laatste punt is de milieusector. In
de commissie hebben wij aangegeven dat we de milieu-effectachti-
ge rapportages van harte ondersteunen. Er zijn nog andere zaken
die bij milieu spelen. Als er milieuproblemen aan de orde zijn,
dan merken we vaak dat bij de burger toch een gevoel ontstaat
van: wat betekent dat voor onze volksgezondheid? Met name zou
die volksgezondheid in relatie tot de milieuproblematiek nadere
aandacht moeten krijgen. Wij zijn van mening dat we moeten gaan
kijken, en we vragen het college om die mogelijkheden te onder
zoeken, om een gezondheidseffectrapportage te gaan opstellen, zo
dat voor de burgers, die er direct bij betrokken zijn, duidelijk
is wat er aan de hand is. Daardoor zal er geen onnodige onrust
ontstaan. Aan de andere kant kan het bestuur op het moment dat