27 FEBRUARI 1989 net tot stedelijk knooppunt. Ook hier heeft Breda zijn doel kun nen bereiken door niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar de mouwen op te stropen. Op deze karaktertrekken van Breda zal ik in de loop van mijn verhaal nog enkele malen een beroep doen. Voordat ik inga op de inhoudelijke kant van de in de Kadernota opgevoerde onderwerpen, eerst een paar financieel getinte opmer kingen. Ik gaf net al aan dat de tijd van de financiële klaagzan gen voorbij is. Toch is het C.D.A. van mening dat de mogelijk heid om grote bedragen aan nieuw beleid in te vullen niet mag be tekenen dat de normaal doorlopende uitgaven maar verder kritiek loos worden aanvaard. De neiging ontstaat snel om alleen maar te kijken of er misschien nog wat leuke dingen voor de Bredase bur gers uit te halen zijn. Maar diezelfde burgers moeten wel direct en indirect het geld opbrengen, zodat alleen om die reden al het niet steeds meer méér kan zijn. Het financieel meerjarenperspec tief vormt daarbij een overtuigende tweede reden. Het C.D.A. be treurt het dat op dit moment nog geen oordeel gegeven kan worden over de invulling van de investeringsruimte. De argumenten ken nen we, maar dat neemt niet weg dat de kaders voor 1990 op een aantal punten daardoor wel erg vaag worden. Met spanning zien we dan ook uit naar de maand april. Overigens heb ik met betrekking tot die enkele investeringssignalen die uit de Kadernota spre ken, een vraag. Heeft het C.D.A. het goed begrepen dat bij de verdeling van de gelden die beschikbaar komen uit de extra inves teringsimpuls met name prioriteit wordt gegeven aan de investe- ringsbehcefte vanuit de cultuur-sector en de Zuidelijke Rondweg? Niet onbelangrijk daarbij is de constatering dat de omvang van het Bredase aandeel in de investeringsimpuls 1989j 780.000, bedraagt. Wanneer is duidelijkheid te verwachten met betrekking tot de impuls 1990? Zoals we er al vanuit gingen is de Eerste Ka mer er niet in geslaagd om nog vóór 1 januari de Wet limitering o.g.b. te behandelen. Dit betekent dat voor 1989 de al vastge stelde tarieven gehandhaafd blijven en pas met ingang met 1990 uitvoering kan worden gegeven aan het raadsbesluit van 22 decem ber 1988. De door U geschatte meeropbrengst o.g.b. bedraagt 23^.000,Kunt U ook de effecten van deze wet op de opbreng sten van leges en rechten aangeven, mede tegen het licht van het verbod van winstopslagen? Via het verhaal van kostendekkende ta rieven kom ik op een reeds jaren door het C.D.A. bepleit aan dachtspunt. We zijn erin geslaagd de achterstand in de behande ling van de jaarrekening in te lopen, de reserves en de budget egalisatiefondsen zijn opgeschoond. Wat nog als grote wens res teert is de bewaking van de kredieten. Het C.D.A. hecht grote waarde aan het scheppen van de mogelijkheid binnen het bedrijfs proces van de gemeente, de besteding van de gevoteerde gelden te kunnen volgen. Met name is daarbij de relatie met het te berei ken resultaat van belang. Met andere woorden: wordt het geld op het juiste moment uitgegeven aan de juiste activiteit. Kunt U aangeven hoe het met de realisering van dit voornemen staat? De reserves hebben een zeker evenwicht bereikt met de geïnventari seerde risico's. Sommige risico's kunnen zich nog positief ont wikkelen, zoals de I.H.M., andere risico's zullen zich negatief ontwikkelen of zijn op z'n minst aan twijfel onderhevig. Ik doel hier vooral op de kosten van de déconcentratie van woonwagens en het probleem van de locatiesubsidie. Zijn er rondom deze risi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 44