28 NOVEMBER 1989 Breda nabij de grens, tussen Rotterdam en Antwerpen. Nadere ana lyses wezen ook uit dat dat niet de oorzaak was. Ook vergelijkin- [rge_ gen met de criminaliteitscijfers in een stad als Tilburg, met ,11e- 30.000 inwoners meer en waar de criminaliteit maar de helft be- vin- draagt van Bredadeden mijop grond van lange ervaringen en ,p lij voldoende kennis van zaken, Inzien dat er iets fundamenteel fout van eat. Dat het vijf Jaar geduurd heeft, voordat er een basis is ge- iaar_ legd om tot een ingrijpende en fundamentele reorganisatie bij de Taks politie te komen, betreur ik zeer. Ik betreur het ook dat de bel eeft de bewindslieden zo lang hebben getreuzeld en uiteindelijk niet con_ de verantwoordelijkheid hebben willen nemen voor de argumenten van die ik destijds heb aangedragen en waarvan op de hoogte bent. ver Het is daarom ook niet verbazingwekkend dat Uw raad, commissie li en fractievoorzitters, en ik ben U daarvoor zeer dankbaar, voort eek durend vertrouwen hebben uitgesproken in het politiebeleid van n de de burgemeester. Het rapport Andersson is natuurlijk niets tijd nieuws. Het bevestigt alleen van externe zijde datgene dat ik r de in de afgelopen Jaren voortdurend heb voorgehouden. Ik verwijs tlde- naar besloten vergaderingen van de commissie openbare orde en Indt veiligheid van 26 oktober 1988 en 10 en 16 februari 1989. Met na- aan- me °P ^6 oktober 1988 heb ik U, in een ruim 2 uur durende monol- ,eer_ oog, de problemen met betrekking tot het Bredase politiekorps ieile uiteen gezet. U vindt daarvan in het rapport Andersson een beves- ,zegd tiging. Wat dat betreft betreur ik het dat het zo lang geduurd r de heeft, voordat de basis gelegd kan worden naar een nieuw begin gen. ons Bredaas politiekorps. Het heeft ook veel te lang geduurd Hij voordat het extern bureau zijn activiteiten kon beginnen. Indien niet er reeds eerder een mogelijkheid was geweest, dan zou mij nog 2\ die Jaar gerest hebben om samen met een nieuwe korpschef een begin van- te maken met een nieuwe start. Nu het zo lang geduurd heeft en ,pge_ pas onlangs het rapport Andersson met de daarop gevolgde maatre- rap- gelen en de benoeming van een interim-korpschef gerealiseerd in- zijn» besef ik dat de mij resterende ambtstermijn tekort is om een nieuwe korpschef te benoemen en te starten met een nieuw be gin. Daarin heb ik aanleiding gevonden om dit over te laten aan de nieuwe burgemeester en aan de nieuwe korpschef. Daarbij bij speelt in het geheel niet, het opzeggen van het vertrouwen door een dienstcommissie. Een burgemeester, die het vertrouwen van de raad heeft, neemt kennis door wat dienstcommissies en medezeggen schapscommissies van mening zijn, maar dat is verder niet rele- tua- vant. Dienst- en medezeggenschapscommissies zijn organen, die in eren relatie tot de dienstleiding een functie te vervullen hebben, was Het heeft bij mijn overwegingen geen enkele rol gespeeld, in te- [lei- genstelling tot opvattingen van de heer Garritsen verwoord, die n de voortdurend aanhaakt op uitspraken van de dienstcommissie etc. -aar. Mijn beleid in de afgelopen Jaren met betrekking tot de politie, be- is een beleid geweest dat ook geldt voor andere terreinen waarop eid, werkzaam ben. Dat is een beleid geweest van "weten" en "gewe ialen ten" en het nemen van verantwoordelijkheden en niet het op de aken vlucht gaan voor de verantwoordelijkheden die de wet mij oplegt, kijk maar ondanks beschadigingen en alles wat daarbij komt tóch die mis- verantwoordelijkheid blijven nemen, tot het moment waarop het be ga- oogde resultaat behaald is. Ik denk dat de toekomst zal uitwij- het zen, dat de burgers van Breda zich nog zullen herinneren, dat de van mogelijkheid om aan een nieuwe start te beginnen alleen is ge- wij- van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 450