27 FEBRUARI 1989 45 co's nog financiële ontwikkelingen te melden? Een laatste opmer- king van financiële aard. Van het overschot van 2,9 miljoen 1 wordt structureel 2 miljoen ingezet voor nieuw beleid. Met be- trekking tot het resterende bedrag wordt het kruit voorlopig droog gehouden. Deze keuze betekent dat een groot bedrag aan één- t malige middelen resteert en er zelfs nog een gedeelte naar de al- i gemene reserve kan. Gezien de financiële positie van dit moment kan het C.D.A. zich vinden in deze verdeling. Wel brengt de argu- mentatie voor het nu niet structureel Inzetten van de 916.000,mij op de vraag of ik het juist begrijp dat U voor- c nemens bent de Kadernota 1991 te laten behandelen door de vol- a gend jaar nieuw aantredende raad? Levert de vertraging die dan a optreedt geen problemen op bij de voorbereiding van de begroting c 1991? De Kadernota 1990 heeft voor het C.D.A. de gehele of ge- c deeltelijke Invulling van een aantal elementaire wensen met zich t meegebracht. Ik denk daarbij aan de bestrijding van de veel voor- r komende criminaliteit, de zorg voor het milieu, het minimabeleid a e.d. Dit resultaat mag echter niet leiden tot een gevoel van ge- C noegzaamheidHet moet wat dat betreft in de politiek net zo 1 gaan als in het bedrijfsleven: steeds blijven streven naar verbe- tering van de kwaliteit van je produktin ons geval de dienst baarheid aan de Bredase burgers en naar verlaging van de kosten f die je daarvoor moet maken. Om die reden zal het C.D.A. de komen de tijd een aantal beleidsterreinen centraal stellen. Deze be- I leidsterreinen representeren enerzijds de voortzetting van de in de laatste jaren ingeslagen weg, anderzijds bieden ze nieuwe mo gelijkheden om de CDA-uitgangspunten gestalte te geven. Ik noem U de centrale thema's: leven en wonen, criminaliteit, oude renbeleid, werkgelegenheid. In de rest van mijn beschouwingen ontkom ik er niet aan om op onderdelen al in te gaan op het pre- advies inzake de stedelijke knooppuntstatusmaar ik vind het on- c derwerp zo belangrijk dat ik er aan het slot ook neg afzonder- a lijk op terugkom. Over leven en wonen het volgende. Dit onder werp is zeer veel-omvattend en raakt aan de kwaliteit die Breda c als grote stad heeft. Met name kan hierin de inwoner van Breda zich als verantwoordelijk persoon gedragen. Verantwoordelijk voor zichzelf, voor zijn medemens en voor zijn leefomgeving. Dit beeld is meer dan een christen-democratisch mensbeeld. Het is een houding en een betrokkenheid die noodzakelijk is om te ontko men aan een steeds verdergaande individualisering en centraal- stelling van het eigen ik. Dit gevoel komt heel duidelijk tot ui ting in de directe woonomgeving. Het leven en wonen wordt pas po sitief beoordeeld als je je welbevindt in je eigen woonomge ving. Daar kan het verantwoordelijkheidsbesef vorm krijgen, en dan niet als iets dat wordt opgelegd, maar als een beleving die komt bovenborrelenDe gemeente heeft de verplichting om daar voor de randvoorwaarden te scheppen, dikwijls op een heel concre te manier. De lopende experimenten buurtbeheer, als afgeleide van het stedelijk beheer, kunnen hierbij een leerzame rol spe len. Bent U bereid om het laten groeien van het verantwoordelijk heidsgevoel mee te nemen als extra evaluatiepunt bij deze experi menten? Over milieufacetbeleid het volgende. De zorg voor het milieu staat terecht in de Kadernota op een belangrijke plaats. Dit belang kan volgens het C.D.A. echter nog onder streept worden door aan het milieubeleid het karakter van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 45