28 NOVEMBER 1989 zon der bijlage 1 van de verkeersvisie die vorige week gepresenteerd Is. Ik denk dat de heer Oarrltsen wat "eng" gekeken heeft. Dat zelfde geldt voor de Inspraak bij het groenstructuurplan. Als er één voorbeeld Is, waar misschien meer gepraat wordt dan nodig Is, dan Is dat wel bij de uitvoering van het groenstructuurplan. Ik heb het er graag voor over, want dat wordt ook samen met de bewoners uitgedragen. Als de heer De Bruljn werkelijk een echte windmolen wil zien, dan ls hij 2 december van harte welkom bij de opening van de windmolen bij het M.E.C. Wat betreft de inge diende moties het volgende. Van motie 2 cal duidelijk zijn, dat tegen de achtergrond van het zojuist gestelde, deze motie de sym pathie van het college heeft. Het college zal graag uitvoering geven aan deze motie in Beunenwerking met de voorgestelde overleg partners. Motie 3 betreft de kooldioxyde. Ook daaraan wil het college graag uitvoering geven en U, nadat de mogelijkheden zijn onderzocht, ondermeer ln overleg met de V.N.G. voor wat betreft het bovenlocale en het nationale en internationale niveau, die voorstellen voorleggen. Motie 4 nemen wij graag over. Wij zijn bereid om in overleg met de Brabantse steden en de Provincie te pleiten voor specifieke aandacht voor de binnensteden en de stadsvernieuwingssituatie. Ook motie 5 nemen wij graag over. Het is in het belang van het milieu om die tanks uit de grond te krijgen. Ik hoop dat deze moties zo breed mogelijk ondersteund worden, des te sterker staan wij naar andere overheden. Tenslot te moet ik tegen D'66 zeggen dat, als het college de Ingediende motie, waarbij het dal van de Aa of Weerijs op geen enkele wijze mag worden aangetast in haar oorspronkelijkheid door nieuwe of in gang gezette ontwikkelingen, zou omarmen, dit tevens zou bete kenen dat ze zichzelf een brevet van onvermogen zou opplakken. Want dat zou inhouden dat zij ervan uitgegaan zou zijn dat het dal van de Aa of Weerijs bij de planontwikkeling van 't Hout zou zijn aangetast. Niets is minder waar. Wij stellen D'66 dan ook voor te oordelen aan de hand van de definitief te presenteren plannen, waarvan het college van mening is dat hiermee recht ge daan wordt aan de ecologische en natuurlijke waarde van het dal van de Aa of Weerijs. Wij moeten dus helaas deze motie afwijzen. Wethouder VAN RAAK Wat betreft het minimabeleid het volgende. De P.v.d.A. begon haar verhaal met de mededeling dat de bekendheid van de maatre gel inzake minimabeleid blijkbaar niet erg groot is geweest. Er is gevraagd naar de reden hiervoor. In de Evaluatienota minimabe leid, die wij zullen aanreiken, Is een overzicht gegeven van alle voorlichtingsactiviteiten, die wij ons In het afgelopen Jaar hebben getroost. Dat zijn er vele: publicaties in de pers, via radio, folders, huisartsen, sleutelfiguren, sportverenigin gen, voorlichtingsbijeenkomsten, een speciale Indruk, etc. Wij hebben ook een enquete gehouden om antwoord te krijgen op de vraag waarom de bekendheid van onze maatregelen niet zo erg groot gebleken is. De uitkomst van die enquete zult U eveneens in die Evaluatienota aantreffen. Dat deze Evaluatienota zo laat op tafel komt, hetgeen een opmerking is van de heer Garritsen, heeft te maken met onze verwachting dat wij aan het begin van het schooljaar, dus de maanden augustus en september, extra deel-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 458