28 NOVEMBER 1989
eventuele Inzet van de Oortgelden zal kunnen profiteren. Boven
dien moet zo'n verordening ook nog de Inspraak ln en dat bete
kent opnieuw voor een bepaalde tijd vertraging. Ik wil wel toe
zeggen dat Ik zo snel mogelijk met een verordening zal komen. De
P.v.d.A. en het C.D.A. hebben hun zorg uitgesproken over de W-
groepen. Aandacht voor de hulsvesting, specifiek voor W-groep
West, wordt gevraagd. Dit aspect heeft onze grote aandacht en
heeft hoge prioriteit. Het beleidsgedeelte voor dit onderwerp is
de laatste maanden ook uitgebreid geïntensiveerd. Wezijn op dit
moment bezig met een notitie over de huisvestingsproblemen en we
onderzoeken de vraag of een verandering in de subsidiemethodiek
wenselijk is. De P.v.d.A. spreekt de wens uit om f 5.000,te
zoeken voor het activiteitenbehoud van de W-groepen. Het college
zegt toe dat dit ontbrekende bedrag voor de W-groepen binnen de
lopende begroting gevonden zal worden.
De heer KOEKKOEK
"In een lopende begroting", dan denk ik aan het Jaar 1990. Be
doelt U dat ook structureel?
Wethouder VAN RAAK
Ja. Wat betreft het minderhedenbeleid het volgende. De heer Sin-
ke verweet min of meer dat het eerste spoor, voor wat betreft
het minderhedenbeleid, aan het verwateren was. U weet dat wij
een 2-sporenbeleid hebben. Het eerste spoor zou dus in feite op
een zijspoor zijn gezet. In de commissie hebben we daarover ge
sproken. Ik constateer dat de Interpretatie van de heer Sinke
een onjuiste conclusie is, van hetgeen Ik in die commissieverga
dering heb gehad. Ik heb gezegd dat de rapportage te weinig over
het eerste spoor liet zien. Dat wil niet zeggen dat het beleid
met betrekking tot het eerste spoor op een zijspoor gezet zou
zijn, integendeel. Ook gaven wij in die rapportage aan, dat bij
voorbeeld met betrekking tot de inzet, de aanhaking van de soci
aal culturele etnische werkers bij bijvoorbeeld een algemene
stichting, zoals Vertizontaal, wel degelijk getuigt van ons be
leid op het gebied van het eerste spoor. Ook wordt in die noti
tie reeds aangegeven dat bijvoorbeeld een groot aantal integra
tie en andersoortige activiteiten in onze algemene voorzieningen
en niet in de specifieke voorzieningen wordt gehouden. Ik heb
toegezegd dat de rapportage over de activiteiten van het eerste
spoor volgend Jaar bijgesteld en meer uitgebreid zal worden.
Voor wat betreft de vraag van de P.v.d.A. met betrekking tot de
Jeugd- en Jongerennota herhaal ik mijn toezegging vanuit de com
missie, namelijk die komt er aan. De V.V.D. maakt een opmerking
over het vrijwilligersbeleid en spreekt over de klantgerichte
houding van het ambtelijke apparaat, welke mede dienstbaar ge
maakt zou moeten worden aan het vrijwilligersbeleid. Ik onder
schrijf die opmerking en verwijs naar de opmerkingen die we dien
aangaande In onze Nota vrijwilligersbeleid hebben gemaakt. Mis
schien Is het zinnig om op die zaak terug te komen, zodra de
voortgangsrapportage van die Vrijwilligersnota In de commissie
aan de orde komt. De P.S.P. wijst verwijtend op het feit, dat de
rapportage inzake het emancipatie-facetbeleid er nog steeds niet
is. Dat is een terechte constatering waarvoor ik, zoals ik U
reeds meedeelde in de commissie, reeds maatregelen heb laten ne-