30 NOVEMBER 1989
met een kluitje in het riet te zijn gestuurd. Ik wil U vragen of
U op die concrete vraag een concreet antwoord kunt geven. Het be
treft heel nadrukkelijk het gebruik van die parkeergarage door
mensen die de Stadsschouwburg bezoeken. Een antwoord op mijn
vraag over het uitkomen van een tweetal nota's is mij ontgaan.
Ik had gevraagd wanneer het verlichtingsplan uitkomt en wanneer
de Nota areaalproblematiek. Een laatste opmerking in de richting
van wethouder Rattink. Kennelijk verschillen wij toch van mening
over de groei van de afdeling volkshuisvesting. Ik ga uit van 5
jaar, U gaat in Uw antwoord uit van 3 jaar. Ik wil U vragen, als
we gaan praten over de Nota volkshuisvesting, in een globaal
overzicht de groei van de afdeling in alle opzichten in beeld te
brengen, zodat we dat in de bespreking kunnen meenemen. In de
richting van wethouder Adank een laatste opmerking betreffende
de bibliotheekvoorziening Effen/LiesbosHet antwoord van de wet
houder geeft geen echt duidelijk spoor aan. Het C.D.A. meent dat
daar een gegarandeerde voorziening aanwezig moet zijn. Je moet
dit niet ophangen aan een discussie met een school over een al
dan niet klein bedrag. Ons inziens moet de gemeente of de be
stuurscommissie in verband met deze voorziening zijn eigen ver
antwoordelijkheid oppakken. Wat betreft motie 1 het volgende.
Uit de opmerkingen van de heer Koekkoek begreep ik, dat ook hem
niet helemaal duidelijk was, wat het standpunt van het college
is geweest. Wij hadden bij de beantwoording diverse opmerkingen
genoteerd die niet helemaal parallel met elkaar liepen. Ik zou
graag van U vernemen welk standpunt het college met betrekking
tot deze motie heeft ingenomen.
De heer TAKS
Onder de zaken die in de eerste termijn door de raad en het col
lege aan de orde zijn gesteld, mag naar onze mening zonder enige
twijfel als belangrijkste feit worden genoemd, de uitspraak van
de burgemeester over het terugdringen van de criminaliteit. Bij
een andere werkwijze en organisatie van het Bredase politiekorps
valt er een vermindering van de criminaliteit te realiseren van
25? tot 40?. Dat is een buitengewoon belangwekkende uitspraak
die U zeker niet lichtvaardig zult hebben gedaan. Het rapport
Andersson toont al aan, dat de productiviteit van de Bredase po
litie ten opzichte van zes andere vergelijkbare korpsen bijzon
der laag is. Als het inderdaad mogelijk zou blijken, op basis
van de nu in voorbereiding zijnde plannen, een dergelijk resul
taat te boeken, dan zou over enkele jaren kunnen worden geconclu
deerd, dat de tegen het eind van 1989 genomen initiatieven van
historische betekenis zijn geweest. In samenhang met het bestuur
lijk preventiebeleid kan Breda dan aan haar burgers een aan de
eisen van de tijd aangepaste politiezorg bieden, waardoor weer
een veilig woon- en leefklimaat aan deze stad kan worden gegaran
deerd. Met betrekking tot het preventiebeleid hopen wij, dat het
college er spoedig in zal slagen de vaart in de aanpak van de di
verse projecten weer terug te brengen. Inzake het functioneel
toezicht zijn er al bescheiden initiatieven genomen. De wethou
der van economische zaken heeft hiervan melding gemaakt. Naar on
ze mening is dit nog te weinig. Op dit terrein moet het beleid
de komende jaren verder gestalte krijgen. Voorts zal de sociale
veiligheid moeten worden bevorderd, door onder andere betere