30 NOVEMBER 1989 478 cifiek natuurgebied binnen het totale gebied 't Hout, namelijk het Beekdal. Over hetgeen in de rest van het gebied kan gebeu ren, zijn wij altijd bereid positief en kritisch mee te denken. De heer TAKS De heer De Bruijn stelt zich flexibeler op dan wij dachten, maar toch vinden wij dat er een erg conserverend element in het ge ding is, hetgeen getuigt van conservatisme. Soms kan een zekere behoudzucht goed zijn. Als wij de heer De Bruijn onrecht hebben aangedaan, dan nemen wij daar goede nota van. Hij heeft het ken nelijk veel ruimer bedoeld dan het op papier staat. Het geven van meer inspraak aan andere fracties, zou misschien ook bijdra gen tot kwaliteitsverbetering van de motie van D'66. De heer DE BRUIJN En van Uw inbreng, blijkbaar. De heer TAKS Ja, en dan kan de heer De Bruijn misschien wel gekwalificeerd zijn als goed bestuurder, maar zoals het nu gaat is dat niet het Juiste hout waaruit bestuurders worden gemaakt. Het kan altijd nog groeien. De P.S.P.-fractie heeft dit keer slechts één motie ingediend. Deze motie, nummer 8, veronderstelt dat de handhaving van 't Ei momenteel ter discussie zou staan. Dat is niet het ge val en daarom stemmen we tegen deze motie. Voorts heeft de P.S.P. een schotschrift ingediend, dat alleen naar de vorm een motie lijkt. We besteden daaraan verder geen aandacht. De heer DE BRUIJN Het college heeft in ruime mate de vragen die wij hadden gesteld beantwoord. Wij hebben slechts enkele opmerkingen. Een daarvan betreft het meerjarenplan investeringen zoals dat door de wethou der van financiën in het kader van de mogelijkheden en de onmoge lijkheden binnen de al dan niet te grote reserves is aangegeven. Gezegd is dat de eerste aanzet van het investeringsplan bij de begroting 1991 zal worden toegevoegd. Wellicht, maar misschien doen we dan een te zwaar beroep op het hele apparaat, is het zin vol om een indicatie te krijgen bij de Kadernota 1991, of mis schien kort daarna. Met name gelet op de onderhandelingen die vlak na de verkiezingen zullen plaatsvinden, is het zinvol om op dat moment inzicht te hebben in de gigantische bedragen die er mogelijk zitten aan te komen. Wat betreft Uw toezegging n.a.v. onze inspraakmotie kunnen wij tevreden zijn. Op welke wijze een en ander ingevuld gaat worden zien we nog wel. In tegenstelling tot de heer Taks, denken wij niet dat deze motie overbodig is, aangezien er bij de verschillende raadsvoorstellen nog niet dui delijk aangegeven wordt en is, wat er met de Inspraak gebeurd is. Een dergelijk inzicht kan zowel naar de raad, als naar het ambtelijk apparaat, als naar de dagelijkse bestuurders, uiter aard onderdeel van de raad, een duidelijk signaal zijn om daar aan te denken. Wij hebben het gevoel dat dit nog niet optimaal werkt, vandaar dat wij deze motie zeker niet overbodig vinden. Wij zijn blij dat de heer Taks, ondanks de overbodigheid, in zijn ogen toch meent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 478