30 NOVEMBER 1989
480
nomen wordt, waarbij mogelijk het aantal auto's tot 25.000 ge
handhaafd blijft. Ook procedureel vind ik het een vreemde zaak,
want die tijdelijke maatregelen zijn niet in de commissie ge
weest, en we hebben daarover niet kunnen adviseren. En nu wordt
meegedeeld hoe het gaat worden. Daarmee heb ik de nodige moeite.
De hele periode heb ik vragen gesteld. Elke keer werden mijn vra
gen beantwoord met toezeggingen. Die toezeggingen zijn echter
niet gehaald. Zelfs de laatste toezegging op mijn vraag wanneer
die zaak in de commissie komt, is niet gehaald. De raad heeft ge
durende 10 jaar in verband met die omleiding moties naar Den
Haag gestuurd. Ik vind dat wij daarin zelf gefaald hebben. Duide
lijkheid naar de raad is er ook op dit moment nog niet. In decem
ber wordt een visie besproken, maar wanneer dat in concrete maat
regelen resulteert, blijft nog een vraag.
De heer DE BRUIJN
Als ik de heer Garritsen goed begrijp, zag hij liever dat de eer
ste plannen, zoals deze vorig jaar voor ons lagen, waren uitge
voerd. Maar dan hadden we de mogelijkheden die we nu hebben, na
melijk het nog verder terugdringen van het verkeer op de Zuide
lijke Rondweg, niet kunnen uitvoeren. Ik denk dat het beter is
te wachten op goede en definitieve plannen, dan een halfbakken
maatregel te nemen, zoals die voor ons lag.
De heer GARRITSEN
Ik dacht niet dat ik gesproken had over halfbakken plannen. Ik
heb steeds gezegd dat wij moeten weten met welke standpunten wij
de onderhandelingen aangaan, zodat we op basis daarvan ons in be
paalde randvoorwaarden kunnen vinden. Tot nu toe hebben wij die
gegevens niet gehad. Je kunt altijd zeggen dat het beter kan. Ik
heb mij er niet overuitgelaten welk voorstel er moet komen. Wel
constateer ik dat die zaak steeds vooruitgeschoven werd. Daarte
gen heb ik ernstige bezwaren. Ook de informatie naar de raad
over de Zuidelijke Rondweg is deze periode uiterst minimaal ge
weest. Wat gaat er komend jaar gebeuren ten aanzien van de uit
breiding van openbaar vervoer? Ook dat zijn zaken die je je dan
wel moet realiseren. Datzelfde geldt voor het stimuleren van het
langzaam verkeer. Welke plannen kunnen we dienaangaande in 1990
van het college tegemoetzien? Wat het milieu betreft het vol
gende. De wethouder zei dat het milieubeleid meer inhoudt dan de
Hinderwet en een bestemmingsplan. Ik had het over het handha
vingsbeleid in bestaande wijken. Daar zit je met oude bestem
mingsplannen waarvan de bepalingen onvoldoende zijn. We zijn her
haaldelijk tegen deze zaak aangelopen. Twee collegeleden hebben
afgelopen maandag gezegd, dat de artikel 19-procedures in feite
oneigenlijke procedures zijn. Ik neem aan dat er met spoed aan
bestemmingsplannen gewerkt gaat worden, zodat we meer mogelijkhe
den hebben om de milieuhinderlijke bedrijven aan te pakken. Over
milieu nog een drietal korte opmerkingen. Ten eerste de motie
van D'66 om het Beekdal te beschermen. Zoals U weet, ligt er een
plan om dicht tegen de Aa of Weerijs, een golflocatie aan te leg
gen. De Nota beekdalen en de Nota golfsport, beide van de provin
cie, zeggen dat je dat in zo'n beekdal niet moet realiseren. De
V.V.D. legt het uit als een soort con-