30 NOVEMBER 1989
482
De VOORZITTER
Wordt dit amendement nu ingediend?
De heer GARRITSEN
Ja, dat wordt nu ingediend.
De VOORZITTER
Dat heeft betrekking op Lota?
De heer GARRITSEN
Dat heeft betrekking op Lota voor f 10.000, Voorzitter, in
1984 had U al gezien hoe het politiebeleid In elkaar zat. U zegt
nu dat de Bredase burger in de toekomst wel zal beseffen wat U
voor Breda wat betreft het politiebeleid heeft betekent. Het zal
U duidelijk zijn dat ik daarover een andere mening heb. Hoe
staat het op dit moment met het driehoeksoverleg? Is dat al weer
gestart en hoe zijn de resultaten daarvan?
De VOORZITTER
Dat is gisteren gehouden en was zeer positief.
De heer GARRITSEN
Misschien kunt U in tweede instantie Iets uitvoeriger daarop In
gaan, met name ook op het beleid dat wordt gevoerd. Over het
plan van aanpak heeft U gezegd, dat dat plan niet uitgevoerd kon
worden, omdat bepaalde gegevens door justitie niet werden vrijge
geven. Over dat strijdpunt heb ik niets meer gehoord. Ik hoop en
verwacht dat die zaak toch is opgelost. Mijn allerlaatste opmer
king betreft kritiek in Uw richting over de informatie naar de
gemeenteraad, inzake de politieperikelenIk heb U verweten dat
U daarmee veel te laat in onze richting bent gekomen. Uw informa
tie kwam pas toen U verwees naar een besloten vergadering en op
een moment dat de ontslagaanvrage al was verleend. In eerste ter
mijn hebt U gezegd, dat in 1984 U al een en ander bekend was.
Daardoor geeft U zelf aan, dat de informatieverstrekking niet op
de juiste wijze is gebeurd. In de richting van de andere frac
ties wil ik zeggen, dat niet alleen ik maar ook de Federatie van
de Nederlandse Vakbeweging de gemeenteraad duidelijk heeft ge
maakt, dat ook zij het van belang achtte dat de gemeenteraad ein
delijk eens een keer over die materie zou gaan praten om aan de
betrokken personen verantwoording te vragen. Juist op dat punt
is mijn kritiek afgestemd. Die motie is voor mij zinvol, omdat
we op basis daarvan na 1 december met een schone lei zouden kun
nen beginnen.
AMENDEMENT
met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders
inzake de vaststelling van de begroting 1990 van de algemene
dienst, van de takken van dienst en van de bestuuscommissies ex
artikel 61 van de gemeentewet, zoals vermeld onder punt 2 C
III,la op de agenda van 28 en 30 november 1989, voor de begro
tingsvergadering van de raad van 30 november 1989,