30 NOVEMBER 1989 486 ken wordt naar de wat ouderen, omdat voor de langdurig jonge werklozen die andere instrumentaria zijn toegesneden. Met name de H.O.G.-aanpak is een instrument waarmee je de 40+-problema- tiek kunt aanpakken. Dat neemt overigens niet weg dat juist deze groep zich kenmerkt als een moeilijk plaatsbare groep, ook van uit de markt. Tevens doen zich daar in de sfeer van omscholing specifieke problemen voor. Soms is het een kwestie van niet wil len, maar meestal ligt het niet aan de bereidheid, maar aan het niet kunnen. Het vermogen en de motivatie om op die leeftijd eventueel een andere vakopleiding te gaan volgen is niet altijd aanwezig. Daarnaast kent deze groep het probleem dat de samen stelling veranderlijk is. De harde kern ligt op dit moment eer der bij de 23 24 jaar, dan bij de 40+. Dat zijn enkele proble men. Aan de andere kant wil ik ook zeggen dat bijvoorbeeld bij de administratieve leerwerkplaats waar op herintreding van vrou wen wordt gemikt, een categorie vrouwen van oudere leeftijd is waarvan blijkt dat zij weer in administratieve functies kan te rugvloeien. Ik hoop dat bij de effectuering van de R.B.A. ook voor deze groepering een instrumentarium uitkomt, dat we beter kunnen gebruiken. Met betrekking tot personeel 2 opmerkingen, na melijk 1 in de richting van de heer Taks en 1 in de richting van de heer De Bruijn. Voor wat betreft de achterstand met betrek king tot beloning het volgende. Het is niet zo dat we op korte termijn alle ambtenaren ineens zodanig méér gaan belonen, dat de achterstand daarmee volledig is ingelopen. Wij hebben aangegeven dat voor een groot aantal op een wat langere termijn perspectief wordt geopend. Mensen die bijvoorbeeld in rang 10a of 11a zit ten, schalen die worden geliquideerd, komen in een wat hogere rang, hetgeen niet ogenblikkelijk leidt tot honderden guldens verschil. Maar het perspectief, zeker op langere termijn, wordt ook voor deze ambtenaren beter. De heer De Bruijn heeft gespro ken over de werkdruk en "overspannen" arbeidsmarkt. Probleem is dat dat een rekbaar begrip is en voor velerlei interpretaties vatbaar, want wanneer wordt het te gek? Ik moet zeggen dat ik zelf en de centrale afdeling personeelszaken hierin een beschei den rol vervullen. Juist binnen de diensten is veel duidelijker welke afdeling onder een enorme werkdruk staat. Aan de andere kant is het binnen het college wel regelmatig onderwerp van be spreking, met name wanneer er wordt gesignaleerd dat een bepaal de zaak niet kan worden aangepakt op de wijze waarmop men dat wil, omdat men daarvoor geen tijd en mensen heeft. Ik ontken ze ker niet, dat er binnen de verschillende diensten afdelingen zijn, die echt op de toppen van hun tenen lopen. Ik krijg nu al signalen over afdelingen die langzamerhand die grenzen aan het overschrijden zijn. Dat heeft misschien ook enige relatie met het onderwerp dat door de burgemeester aan de orde is gesteld. Ook daar speelt het heel nadrukkelijk. Het wordt óf door het gro te werkaanbod, dat er reeds is, óf door erg moeilijk vervulbare vacatures, omdat er geen mensen voor zijn, veroorzaakt. Nu blijkt dat men een aantal jaren geleden niet voor bepaalde be roepsrichtingen koos. Dat wreekt zich nu met het aanbod op de ar beidsmarkt. Bepaalde categorieën, die essentieel zijn voor de aanpak van dit soort trajecten, zijn nagenoeg niet te krijgen, met als gevolg dat gemeenten bij elkaar gaan wegkopen. Daarmee kom je in een circuit terecht, dat iedereen van iedereen blijft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 486