30 NOVEMBER 1989
Het is dezelfde persoon. Ik heb toch gelijk hè?
Wethouder RöMKENS
Ja, ik zie hem vaak in de spiegel als ik me sta te scheren. Ik
heb inderdaad namens het college gesproken en dat zal het geheim
van 21 maart worden. In de richting van de heer De Bruijn het
volgende. Ik heb toegezegd dat bij de begroting 1991 het meerja-
reninvesteringsplan aan de raad wordt gepresenteerd. Bij de ka
dernota kan dat niet, omdat het samenhangt met de in te dienen
begroting 1991. Voor zover mogelijk zal ik trachten, via het col
lege na te gaan, of in verband met de programonderhandelingen de
inventarisatie, die is aangedragen ten behoeven van de voorberei
ding van de begroting, op enigerlei verantwoorde wijze presenta
bel is. De geconstateerde medewerking van de Bredase burgers met
betrekking tot milieu en gescheiden inzameling in het bijzon
der, onderschrijf ik. Ik heb aangegeven, en dat geldt niet al
leen voor wijkrecycling, als je iets gaat doen op dat terrein,
en je doet dus een beroep op de burger voor extra inspanningen,
dan moet je die burger ook de garantie kunnen geven voor conti
nuïteit en voor verantwoorde verwerking daarvan. Voor mij is dat
het uitgangspunt van handelen en ik denk dat U daarover de nodi
ge voorstellen tegemoet kunt zien. Deze zullen ook in relatie
staan tot de ontwikkeling op provinciaal en gewestelijk niveau.
In de richting van de heer Garritsen het volgende. Het college
geeft daadwerkelijk uitvoering aan een handhavingsbeleid in de
meest brede zin. U weet dat het college, en in het bijzonder me
vrouw Rattink, met de afdeling ruimtelijke ordening bezig is om
te komen tot een 15-tal bestemmingsplannen over de stad. Maar
zelfs mevrouw Rattink is niet gehouden tot het onmogelijke. Te
gen die achtergrond denk ik dat de heer Garritsen toch ook heeft
gemerkt dat wij aan het handhavingsbeleid, zoals dat de laatste
tijd wordt gevoerd en in het bijzonder nog een keer is toege
spitst in de nota handhaving, coöperatie tussen politie, openba
re werken en milieudienst, op een zorgvuldige manier proberen in
vulling te geven. U geeft een uitleg over de motie van D'66. Ik
kan U vertellen dat het college, in de persoon van de wethouder
milieu, op 25 oktober 1989 overleg heeft gehad met de vliegbasis
commandant Gilze-Rijen over de geluidshinder voor wat betreft
Gilze Rijen ten opzichte van Breda. Ik denk dat Uw commissie bin
nen afzienbare tijd, nadat het college daarvan kennis heeft geno
men, daarover wordt geïnformeerd. Ik denk dat wij, gezien de con
structieve opstelling van de betrokkenen, mede in overleg met de
bewoners van met name Breda-Zuid, invulling kunnen geven aan de
commissie artikel 28, die met name de zonering gaat bespreken.
De bereidheid van de vliegbasiscommandant om, vooruitlopend op
de algemene maatregelen van bestuur, daaraan invulling te geven
was aanwezig. Ik denk dat ik daarmee aangeef dat het college bin
nen haar mogelijkheden adequaat heeft opgetreden.
De VOORZITTER
U zou ook nog met de commandant van Seppe moeten praten.
Wethouder RöMKENS
Nee, de commandant van Seppe valt onder de heer Sandberg, want
de heer Sandberg zit in het bestuur van vliegbasis Seppe, dus