30 NOVEMBER 1989 490 nog geen collegestandpunt; de ambtelijke nota is in de inspraak. Naar aanleiding van de vraag van de C.D.A.-fractie of ik de vraag met betrekking tot volksgezondheid van de vorige keer be antwoord had, het volgende: die had ik beantwoord. Ik wil het antwoord wel herhalen. U weet dat er een begin gemaakt wordt met het facetbeleid volksgezondheid binnen de gemeente. Ik heb met voorbeelden de vorige keer aangegeven waar dat reeds aanwezig was en hoe we dat willen opzetten. Het leidt op dit moment tot een wat nauwere betrokkenheid van de stadsgewestelijke beleidsad visering bij de centrale beleidsadvisering, beleidsplanning van de gemeente. Ik heb dat aangetoond met als voorbeeld de vraag van D'66, die naar een soort volksgezondheidseffectrapportage vroeg en naar het overleg tussen de milieuarts van de G.G.D. en de milieudienst. Ik heb aangegeven dat daar iets opgebouwd zou kunnen worden. Wat Uw vraag over Geeren-Zuid betreft: zolang de commissie niet is gehoord, gebeurt er niets met Geeren-Zuid, noch met Zandberg. De P.S.P. had nog een vraag met betrekking tot de Marokkaanse Jongerenhuisvesting. Zoals U weet is dit een moeilijk onderwerp. Voor wat de tijdelijke huisvesting betreft, hoop ik van de Marokkaanse Jongeren en Turkse Jongerenvereniging op 19 december definitief antwoord te krijgen op de vraag of zij het aanbod van de gemeente zal accepteren, binnen de voorwaarden zoals door de gemeente gesteld. Daarover zijn wat moeilijkheden, omdat zij zelf met behulp van een extern adviseur tot een andere opstelling kwamen. Voor wat de definitieve huisvesting betreft: we hadden een pand op het oog, maar dat lag naar het oordeel van de Marokkaanse en Turkse Jongerenvereniging te ver buiten de Sin gels om in aanmerking te kunnen komen. Men denkt zelf aan perma nente huisvesting in de CatharinastraatDat past echter niet binnen het raadsbesluit zoals we dat genomen hebben. De defini tieve huisvesting heeft permanent de aandacht van de dienst wel zijn en het grondbedrijf vanuit de makelaarsfunctie. Het staat ook regelmatig op mijn agenda. Wethouder RATTINK Naar aanleiding van de vraag van de heer Sinke over stedelijk be heer en buurtbeheer het volgende. In eerste instantie heb ik ge zegd dat Je in de buurt waar Je op een gegeven moment de stads vernieuwing afrondt, toch een bepaalde relatie met die buurt zal moeten onderhouden. Dat is het begin van de beheersfase. Hoe Je dat later invult, is mede afhankelijk van de experimenten buurt beheer, zoals ze op dit moment gevoerd worden. Maar Je kunt er niet omheen dat Je met de buurten Chasseé, Oud-BoeimeerZand berg, Spoorbuurt en Geeren-Noord een bepaalde relatie onder houdt, zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Je mag niet in de fout vervallen die we bijvoorbeeld met Gerardus Majella hebben gemaakt. Op een gegeven moment was daar de stadsvernieu wing afgerond en we dachten dat we klaar waren. Je zult Juist de vinger aan de pols moeten houden en moeten kijken hoe de thermo meter van die buurten blijft. Blijft die op niveau, of doen er zich ontwikkelingen voor waarop Je snel moet inspelen en niet een paar Jaar later. In Tuinzigt proberen we bij de stadsvernieu wing dat aspect meteen mee te nemen. Wat betreft de werktoename voor de afdeling volkshuisvesting het volgende. Bij de Knelpun tennotitie kan in het kort worden aangegeven waar de werkdruk is m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 490