27 FEBRUARI 1989
50
wijk? Over de werkgelegenheid het volgende. Ondanks de economi
sche opleving in Breda blijft de werkloosheid voor het C.D.A.
een zorggebied van de eerste orde. De gemeente kan daarbij een
voortstuwende, actieve rol spelen, én als werkgever én als voor
waardenscheppend orgaan. De mogelijkheden die de stedelijk knoop
punt-status biedt moeten volledig worden benut. In die zin is
het ook goed om een bodem te leggen in het fonds werkgelegen
heid, waardoor snel de financiële ruimte geboden kan worden aan
allerlei projecten. Belangrijk is daarbij dat de samenhang be
waard blijft en er geen onnodige overlap ontstaat. Dat betekent
zoveel mogelijk inkaderen in de reguliere instellingen en het be
drijfsleven, alsmede koppeling van de diverse subsidiestromen.
Om het zicht erop te houden verzoek ik U om een overzicht van lo
pende en geplande projecten. Het C.D.A. wil in de bestrijding
van de werkloosheid e-nkele uitgangspunten hanteren. Die uitgangs
punten zijn: ons niet neerleggen bij meerjarige of structurele
werkloosheid; het doorvoeren van de tijdelijke voorziening jeugd
werkgarantieplan; een goede afstemming tussen onderwijs en be
drijfsleven; het tijdig opvangen van de problemen van met name
2e en 3e generaties etnische minderheden in het regulier onder
wijs. Als. meedenker wil ik aan dit rijtje nog toevoegen de ge
ruchtmakende opmerking van de C.D.A.-partijvoorzitter Van Velzen
over de verplichte scholing en sollicitatie in relatie tot een
eventuele korting op de uitkering. Ik voeg hier echter onmiddel
lijk aan toe dat deze discussie zinloos is als er geen werkgele
genheid aangeboden kan worden. Bovendien is het zo dat de gemeen
te op dit moment niet kan korten op de uitkeringen in geval van
weigering van scholing. Aan tal van onderwerpen kan ik door ge
brek aan tijd geen aandacht besteden. Ik noem daarbij met name
het personeelsbeleid en de apparaatszorg. Waar ik nog wel op in
wil gaan is het preadvies en de Kadernota-paragraaf betreffende
de status van stedelijk knooppunt. In allerlei toonaarden is de
laatste tijd de vreugde geuit over de kabinetsbeslissing om Bre
da aan te wijzen als stedelijk knooppunt. Deze aanwijzing bete
kent enerzijds een beloning voor de vele daarin gestopte ener
gie, anderzijds een erkenning van de sterke punten van Breda.
Het is zaak om door versnelling van reeds lopende activiteiten
en door het ontwikkelen van nieuwe activiteiten die sterke pun
ten te benutten en verder uit te bouwen en dat natuurlijk in
overleg met de regio. Om hieraan vorm te geven moet op de kortst
mogelijke termijn het zogenaamde masterplan ontwikkeld worden.
Het C.D.A. verwacht veel van dit, als stappenplan, te presente
ren stuk. Met veel deskundigheid en creativiteit zal hierin voor
het gehele werkgebied van Breda een richtinggevende visie op ta
fel gelegd moeten worden. Dat dit alles geld gaat kosten Is een
duidelijke zaak. Voor 1989 hebt U enkele dagen geleden een globa
le specificatie gegeven van de activiteiten die ten laste van
het werkbudget moeten worden gebracht. Het C.D.A. kan zich hier
in vinden. Wel nemen we aan dat bij de begroting 1990 een meer
gedetailleerde aanduiding van het werkbudget 1990 kan worden ge
geven. Voor wat de formatie-uitbreidingen betreft dringen we er
bij U op aan pas tot definitieve Invulling over te gaan als op
grond van het masterplan bekend is waar de noodzaak tot uitbrei
ding zit. De financiering, die voor het gedeelte 1989 tot voor
kort min of meer in de lucht zweefde, heeft door het verlenen