21 DECEMBER 1989 511 teld maar gezien de tijd, heb ik één punt uitgelicht. Met name het punt hoe het contact is gekomen met de heer Andersson en vanwege publicaties in de media. De VOORZITTER Ik volsta er dan ook mee nu maar één aspect van het ant woord uit te spreken. Met betrekking tot de speerpunten: waarom omhelzen wij de speerpunten? Wij omhelzen de speer punten omdat wij al in een eerder stadium verklaard hadden dat die speerpunten- op één na- in ieder geval acceptabel waren, maar met betrekking tot de zware en georganiseerde criminaliteit een nadere onderbouwing behoefde. Die onder bouwing is toen niet gekomen. Ik heb op dit moment het ver trouwen dat de huidige korpschef straks in de uitwerking van het plan op 1 februari zal duidelijk maken dat ook het laatste speerpunt acceptabel zal zijn. Op grond van de rap portage en de duidelijkheid die hij dan in mijn en Uw rich ting zal verstrekken ga ik daar vanuit, ook met betrekking tot dat speerpunt. Overigens is ter zake duidelijk geworden dat het verstrekken van informatie aan de korpsbeheerder en via de korpsbeheerder aan Uw raad, in ieder geval mogelijk is, omdat na een ingesteld onderzoek door professor Henne- kens in dezen, duidelijk is geworden dat de korpsbeheerder ook de beheerder is van de politiedossiers en dat hij be paalt welke gegevens verstrekt worden, en niet de korps chef. Wat dat betreft kan in de toekomst geen enkel misver stand meer ontstaan. De heer Garritsen gaat tenslotte in op de handel in drugs. Hij vindt dat op dit moment teveel de nadruk wordt gelegd op politie-aanpak en hij bepleit een geïntegreerde aanpak. Daarover kan ik het met hem eens zijn. Misschien wekt het de indruk, omdat het een rapport van de korpschef is, verantwoordelijk voor zijn deel van de aanpak, dat we uitsluitend in die richting het drugspro bleem willen aanpakken. Ik wil graag in zijn richting toe zeggen en het met hem eens zijn dat hier alleen door een geïntegreerd beleid tot een oplossing kan worden gekomen. Ten aanzien van zijn laatste opmerking betreffende het bud gettair neutrale: Daarop heb ik al een antwoord gegeven. In de richting van mevrouw Den Ouden het volgende. Het doet mij deugd dat ook Uw fractie de conclusies en aanbevelingen van de rapporten Andersson en Straver onderschrijft. We heb ben nu de gelegenheid om de reorganisatie fundamenteel door te voeren. We hoeven daarbij het wiel niet uit te vinden. Omdat wij hier jarenlang een achterstand hebben opgelopen en andere korpsen al veel verder zijn, kunnen we zeker dank baar gebruik maken van de ervaringen elders. Denkt U ook aan wijkteams. Zonder daar een jarenlange studie van te ma ken, kunnen wij, aan de hand van de ervaringscijfers, de ge gevens, die inmiddels bekend zijn geworden, ook in de rich ting van de daarmee te bereiken resultaten, onmiddellijk ge bruiken, en hier een meer praktische aanpak voorstaan en hoeven wij u niet te overvallen met wetenschappelijke stu dies over de mogelijkheden en onmogelijkheden van wijk teams. Als Uw raad met mij, en met ons college en met de korpschef van mening is dat deze wijkgerichte aanpak een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 511