21 DECEMBER 1989
514
zijds zou ik willen zeggen: onwetend kan men niet zondigen.
Dus ik heb mij op het terrein van politiedeskundigheid la
ten adviseren door de op dat moment aanwezige deskundigen.
Die mededeling heb ik tot de mijne gemaakt en ik draag na
tuurlijk voor die uitspraken van 1985 volstrekt de verant
woordelijkheid. Daarin heeft de heer Taks gelijk. Zo draag
ik ook verantwoordelijkheid voor de uitspraken in een later
stadium, die gebaseerd zijn op andere adviezen van andere
adviseurs. Het aantal van vier wijkbureaus heb ik niet ge
hoord en ook in het periodiek overleg met de heer Straver,
waar we gepraat hebben over wijkteams, is het aantal van
vier niet gevallen. Misschien is het een misverstand. Ik
wil het wel ophelderen maar ik zou U willen uitnodigen om
te wachten op het rapport dat in februari verschijnt, waar
in een nadere uitwerking van de ideeën plaatsvindt. Wel
licht staat daarin een aanduiding van het aantal wijkteams
dat men voor ogen heeft, maar waarover U uiteindelijk toch
een besluit zult moeten nemen. Met betrekking tot de budget
taire neutraliteit ben ik het met de sprekers eens, dat de
politiezorg een zorg is die door het rijk betaald wordt mid
dels een doeluitkering voor 100%. Dat betekent dat die doel
uitkering uit twee delen bestaat: de personele- en de mate
riële kostenvergoeding. Wat betreft de materiële kostenver
goeding: daarin zit ook opgenomen de vergoeding voor de kos
ten van de gebouwen. Het zal duidelijk zijn dat bij het
korps dat één bureau heeft de rijksmiddelen zich daarop con
centreren, maar dat in een stad waar men werkt met wijkbu
reaus, de doeluitkering dan ook bestemd moet worden voor
een aantal van een of meer wijkbureaus en het dien tengevol
ge veel kleinere hoofdbureaus. Ik zie dus geen problemen
ontstaan. Natuurlijk zal het relatief iets duurder zijn,
wanneer je in plaats van één groot gebouw een klein gebouw
en ook vier satellietgebouwen neerzet. Maar ik begrijp dat
daarover telkens met Binnenlandse Zaken afspraken te maken
zijn. Ook in andere steden zijn daarvoor extra middelen
door Binnenlandse Zaken beschikbaar gesteld. Dat wordt een
kwestie van overleg, maar daaraan moet een goed plan ten
grondslag liggen. Ik stel U voor te willen besluiten con
form het voorliggende voorstel, namelijk Uw instemming te
betuigen met de conclusies en aanbevelingen uit de rapporta
ge Andersson en eveneens in te stemmen met de plannen zoals
vermeld in de Nota "Gemeentepolitie Breda Naar een Nieuwe
Koers"
Akkoord
284. INSCHAKELEN ORGANISATIE-ADVIESBUREAU ANDERSSON,
ELFFERS EN FELIX T.B.V. ADVIESWERKZAAMHEDEN VOOR DE GE
MEENTEPOLITIE.
285. WIJZIGEN VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING 1978
M.B.T. STANDPLAATSEN.
286. VERLENEN VAN EEN VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR T.B.V. GE
MEENSCHAPPELIJKE REGELING DISTRIBUTIEDIENST