21 DECEMBER 1989
516
moeilijk kan accepteren. Als het dan gaat om de regeling
die getroffen is, dan praat ik over een gouden handdruk. Ik
ben niet de enige die daarop de nodige kritiek heeft. Naar
aanleiding van de discussies die gevoerd zijn wil ik zeer
zeker hier in de raad nog eens heel uitdrukkelijk, (ik denk
dat het van belang is om dit ook in de notulen van de raads
vergadering te krijgen) de brief vermelden van de F.N.V.
(Federatie Nederlandse Vakbeweging) Breda van 15 september
1989. Ik citeer: "De F.N.V. Breda is ernstig verontrust
over de gang van zaken rond de politie van Breda en dan
meer speciaal met betrekking tot de afvloeiingsregeling van
de hoofdcommissaris. Uit onderzoeken en uit een overvloed
van andere informatie is het duidelijk geworden dat de
hoofdcommissaris van politie en de burgemeester individueel
en gezamenlijk in grote mate verantwoordelijk gesteld kun
nen worden voor: ten eerste de twijfelachtige eer dat Breda
één van de meest criminele steden van Nederland kon worden.
Ten tweede het feit dat haven en goed van burgers van Breda
konden worden ontvreemd. Ten derde de omstandigheid dat de
veiligheid van de stad veel te wensen overlaat. Ten vierde
het gegeven dat veel schade aan eigendom kon worden toege
bracht en ten vijfde de nadere wetenschap dat de gemotiveer
de politiemensen in een niet meer functionerende organisa
tie moesten werken. Tot slot zegt de F.N.V. Breda dat arbei
ders voor een dergelijke wanprestatie en misfunctioneren
ontslagen worden. Voor wat betreft het inkomen worden ze op
bijstandsniveau gezet. De hoofdcommissaris kan na zijn wan
prestatie een groot aantal jaren gaan wandelen met het ri
ant inkomen van bijna een half miljoen. Een bedrag waarvan
de minima 40 jaar rond moeten komen. De overheid kent op de
ze manier een premie toe aan wanbeleid. Er is naar onze me
ning in dezen duidelijk sprake van rechtsongelijkheid en
misbruik van gemeenschapsgelden. Wij doen een dringend be
roep op de raad om het niet zó ver te laten komen en orde
op zaken te stellen".
De heer TAKS
Onderschrijft de heer Garritsen deze onzin?
De heer GARRITSEN
Ja, maar het wordt van Uw kant als onzin bestempeld.
De heer TAKS
Als U ja of nee zegt, dan weten we waar we aan toe zijn. U
heeft een brief geciteerd, maar U maakt de brief tot de
Uwe, begrijp ik.
De heer GARRITSEN
Ik kan me compleet vinden in datgene wat de F.N.V. Breda
hier naar voren brengt. Het gaat mij erom dat het college
heel makkelijk akkoord gaat met een aantal regelingen, die
dan de Minister van Binnenlandse Zaken mogelijk vaststelt,
maar ik heb uit de informatie begrepen, dat - als die rege
lingen toegepast worden - er van de gemeente Breda een be
reidheid moet zijn dat er daar een beslag op de middelen ge-