21 DECEMBER 1989 518 De heer GARRITSEN In de richting van de heer Taks zou ik het volgende willen zeggen. Gezien het feit, dat wij ons nooit inhoudelijk in de discussie gemengd hebben, in het conflict dat daar lag en hoe de zaken gegaan zijn, denk ik, als je die discussie nooit aangegaan bent, dat het je ook niet past om dit soort oordelen uit te spreken. De heer TAKS Er is conform de wet ontslag verleend en daarop zijn bepaal de artikelen van het Algemeen Ambtenarenreglement van toe passing. Er kan ook een recht op een uitkering aan worden ontleend. Dat kan de raad niet wegen. Dat is de wet. Voorts merken we op dat - los van hetgeen het Algemeen Ambtenaren reglement voor de gemeentepolitie voorschrijft - de heer Strooper zich ruim acht jaar heeft ingezet voor de Bredase gemeenschap, op de manier die hem het beste leek, zodat het wel hoogst onbehoorlijk is dat hij op zo'n smadelijke wijze wordt bejegend zoals de heer Garritsen dat nu doet en zoals het ook gebeurt in de brief van de F.N.V., gedagtekend 15 september 1989. Deze organisatie is niet alleen slecht bij de tijd, maar de F.N.V. Breda, althans de ondertekenaar van de brief, blijkt slecht op de hoogte te zijn van ambtelijke rechtpositieregelingen en daaraan te ontlenen uitkeringen. Wij zouden ons kunnen voorstellen dat de bij de F.N.V. Bre da aangesloten ambtenarenbonden, zoals de Abva-Kabo en de algemene politiebond, zich schamen voor een dergelijke brief De heer DEN BOER Ik waardeer het dat de heer Garritsen zich nog uitgebreid gaat bezighouden met het personeelsbeleid van de gemeente Breda. Alleen de wijze waarop, is wat origineel en ongebrui kelijk. Ik mag ernaar verwijzen dat de heer Garritsen de zelfde vraag in de commissie heeft gesteld en hij in die commissie ook antwoord heeft gekregen, maar dat hij op dat moment geen weerwoord had. Op dit moment gebruikt hij een brief die kennelijk hèm goed uitkomt, maar waaruit een beeld komt dat niet helemaal in overeenstemming is met wat er gebeurd is. De gevoelens van mensen kunnen duidelijk zijn. Ik denk dat je je moet houden aan de feiten en aan de ambtenarenwetgeving De heer HOFSTé In de commissie is van de zijde van onze fractie heel na drukkelijk afstand genomen van de betiteling, als zou het hier gaan om een gouden handdruk. Wat hier gebeurd is, is wettelijk juist. Je kunt opvattingen hebben over de hoogten van salarissen, maar de uitvoering van dit voorstel is krachtens de wet en geheel akkoord. Ik neem volstrekt af stand van de woorden van de heer Garritsen. Wethouder SANDBERG Het lijkt mij dat, door het nu nog eens uitvoerig ingaan op de hele en halve onwaarheden van de heer Garritsen, opnieuw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 518