21 DECEMBER 1989
519
wellicht in het Bredase een discussie zou kunnen komen,
waardoor de gemoederen bezig gehouden zouden worden, want
dat was precies het woord waarmee de heer Garritsen begon
en daar hebben we geen enkele behoefte aan. Als dat dan zo
is dat die gemoederen in Breda zich daarmee hebben bezig ge
houden, dan is dat volstrekt onterecht, omdat dat gebeurde
in een sfeertje, geschapen, die geen recht deed aan de wer
kelijkheid. De heer Garritsen weet, en dat heeft hij ook
heel goed aangevoeld, en daarom heeft hij het ook gebruikt,
dat woorden als "een gouden handdruk" een hele andere bete
kenis hebben dan "de toepassing van de rechtspositierege
ling" zoals die gewoon voor het personeel in dienst van de
gemeente Breda wordt gehanteerd. Ik ga voorbij aan de stuk
ken die te laat waren en aan het dossier dat ter visie
heeft gelegen en dat kennelijk niet helemaal compleet is ge
weest op het moment dat de heer Garritsen erin keek. Het
complete dossier was in ieder geval in de leeskamer voor de
raad aanwezig. De beantwoording - met spoed - door het col
lege in de richting van de heer Garritsen gebeurde niet om
U in dit bijzondere geval te gerieven, of om U zo te dienen
en meer te bedienen dan de overige raadsleden, maar juist
omdat het college er behoefte aan had om over de door Uw
brief in de publiciteit gekomen onterechte zaken, geen en
kel misverstand te laten bestaan en de burgerij in ieder ge
val ook middels onze beantwoording van onze kant een juis
ter zicht te geven op de gang van zaken. Betreffende de
brief die wij recentelijk van de F.N.V. hebben gekregen,
het volgende. De F.N.V. is ernstig verontrust. Ik kan mij
eigenlijk aansluiten bij de woorden van de heer Taks. Ik
ben teleurgesteld dat de F.N.V., een organisatie die ik in
zijn algemeenheid hoog acht, en die vaak redelijk zorgvul
dig met de materie omgaat, zo'n brief schrijft. Het lijkt
mij inderdaad nauwelijks mogelijk dat een ambtenarenbond,
aangesloten bij de F.N.V. zich met deze strekking zou kun
nen vereenzelvigen. Juist die organisatie staat erop, dat
rechtspositieregelingen naar eer en geweten voor iedereen
worden toegepast. Ik zal het hierbij laten, want elk woord
dat verder over deze materie nog wordt gesproken lijkt mij
volstrekt overbodig.
De heer GARRITSEN
De reacties, ook op de brief van de F.N.V. geven duidelijk
aan hoever de raad toch afstand heeft van degenen die dage
lijks geconfronteerd worden met zaken die ook in die brief
staan. Het is niet een brief van een persoon, maar een
brief namens het bestuur van de F.N.V. Breda en deze is te
vens ondertekend door de werkgroep uitkeringsgerechtigden
van diezelfde vakbond. Het maakt heel duidelijk hoe de ge
voelens liggen. Ik heb gepleit om in het overleg dat er is
geweest omtrent de ontslagverlening aan de heer Strooper,
vanuit Breda te zeggen, dat je op deze wijze die zaak niet
kunt afhandelen. Het had op een andere wijze gedaan moeten
worden. Ik denk dat die mogelijkheden er zijn. Nu de zaak
zo ligt heeft het weinig zin om daar verder op in te gaan.