27 FEBRUARI 1989
52
verbeteringen? Wij hebben overigens niet meer de illusie, dat de
nog altijd overwegend financieel-technische Kadernota ooit neg
zal uitgroeien tot een volwaardig beleidsstuk in de vorm van een
integrale beleidsnota. Dat is ook niet nodig, mits bij de redac
tie meer aandacht wordt gegeven aan de beleidsonderbouwing in
toelichtende zin. Ten opzichte van voorgaande nota's geeft de
huidige Kadernota wat dit betreft een verbetering te zien, maar
voor diverse onderdelen geldt nog altijd de klacht, dat het on
derliggende beleid onvoldoende wordt verwoord. Wellicht kan de
Kadernota aan inzichtelijkheid winnen, als voortaan een over
zicht wordt opgenomen van de niet-gehonoreerde claims, zoals dat
in het pre-kadernota-tijdperk gebruikelijk was bij de budgetver
delingsmethodiek. Op die manier kan ook meer inhoud worden gege
ven aan het afwegen van alternatieven. In dit verband herinneren
we aan onze opmerking bij de jongste begrotingsbehandeling over
het verschijnsel, dat na de Kadernotabehandeling optredende mee
vallers in de capaciteit door het college in de begroting, zon
der overleg met de raad, worden ingezet ten behoeve van knelpun
ten die niet als zodanig in de Kadernota waren gesignaleerd.
Daardoor wordt naar onze mening afbreuk gedaan aan het uitgangs
punt, dat de raad en niet het college de principebeslissingen
neemt over het in het volgende begrotingsjaar te voeren beleid.
Naar aanleiding van onze opmerking heeft de wethouder van finan
ciën in de vergadering van 28 november 1988 de mogelijkheid geop
perd van een andere methodiek, in die zin dat bij de Kadernota
reeds indicaties gegeven worden omtrent de inzet van eventuele
mee- of tegenvallers. Als zich dan aanmerkelijke afwijkingen ma
nifesteren ten opzichte van de bij de Kadernota berekende capaci
teit, zou op basis van die indicaties bij de begroting kunnen
worden beslist over het bij een meevallende capaciteit honore
ren, respectievelijk bij een tegenvallende capaciteit niet-hono-
reren van die claim. Hoe denkt het college thans over de wense
lijkheid en uitvoerbaarheid van een dergelijke methodiek? Een fe
nomeen dat blijft verbazen, is het in het meerjarenperspectief
steeds weer opdoemende op termijn dreigende tekort. Het bij de
begroting 1989 gepresenteerde meerjarenperspectief voorspelde
een beperkt tekort in 1992. Dit blijkt nu weer te zijn opgescho
ven, want de Kadernota 1990 ziet pas in 1993 weer een structu
reel tekort ontstaan. Natuurlijk is de financiële situatie op
langere termijn moeilijk te voorspellen en wij onderschatten ook
niet de politiek-psychologische waarde van een dergelijke sombe
re toekomstverwachting. Niettemin intrigeert ons de daarbij door
het college gehanteerde rekenmethodiekIn de laatste vergade
ring van de commissie financiën, enkele dagen geleden, is daar
over door de wethouder opheldering gegeven. Graag zouden wij in
de toekomst naast het cijfermatige overzicht een verklarende ana
lyse zien van het meerjarenperspectief die niet beperkt blijft
tot het komende begrotingsjaar maar waarbij ook enige duidelijk
heid wordt gegeven over de ontwikkeling in de komende jaren.
Over het financiële beeld het volgende. De begroting 1990, waar
voor de Kadernota het raamwerk vormt, is de laatste die tijdens
de huidige raadsperiode zal worden ingediend. Daarom is het bij
zonder verheugend, dat voor 1990 een gunstige financiële situa
tie mag worden verwacht. De ingrijpende heroverwegingsoperatie
die tijdens deze raadsperiode is doorgevoerd, heeft zichtbaar