21 DECEMBER 1989 523 ren, niet strijdig zijn met de uitgangspunten van het buurt beheer. Met name waar het gaat om de leefbaarheid. De plan nen die nu ontwikkeld worden geven - indien deze doorgaan - een vergrote verkeersdruk op de wijk. Het betreft ook de no dige kantoorlocaties en scholenlocaties in de directe omge ving. Dat heeft ook zijn weerslag op die wijk. Het is van groot belang dat in een vroegtijdig stadium ook het buurtbe heer betrokken wordt bij die aspecten die zich voordoen. Ik denk b.v. aan de Hogeschool voor Verkeer en Toerisme, waar over het college een besluit heeft genomen. Hiervan vind ik dat je, los van het feit of deze school op die plaats moet komen, die buurt daarbij moet betrekken, omdat juist dit soort ingrepen nogal veel betekent voor een buurt. In met name de wijk Brabantpark is het aspect ruimtelijke ordening in het plan er eigenlijk heel mager vanaf gekomen. Er wordt een aantal gebieden genoemd die ingevuld moeten worden; voor een aantal gebieden zijn al wat suggesties gedaan met soms de nodige strijd. De open gebieden die er liggen moet je erg zorgvuldig invullen. De leefbaarheid van de wijk staat bij buurtbeheer voorop. Je zult dit in de praktijk ook moeten realiseren. De heer DE BRUIJN Op de opmerkingen van de heren Bokkelkamp en Van Dongen voor wat betreft de integrale aanpak en onderlinge afstem ming hoef ik verder niet in te gaan. Dat bespaart dan een hoop gezeur van mijn kant. Wat wel belangrijk is, is het cy clisch proces dat door het college op een gegeven moment wordt aangegeven. Dat is een belangrijke zaak, want we moe ten oppassen voor wat we bij de stadsvernieuwing gezien heb ben: de Wet van de Remmende Voorsprong: Je mag als eerste de spits afbijten en als je vervolgens voorbij bent gegaan, dan is het afgelopen. De fouten die daar begaan zijn ga je niet meer in de nieuwe wijken maken. De vraag is echter wat je doet met de wijken waar je het eerst die ervaring hebt opgedaan. Dus het cyclisch proces: het terugkomen en het tussentijds opnieuw bekijken: waar zijn we mee bezig? en: is de inventarisatie wel goed geweest? en: moet de inventa risatie bijgesteld worden? Dat is essentieel voor het expe riment, ook goed om het buurtbeheer in die wijken op lange termijn te kunnen vasthouden. Wethouder RöMKENS Omdat de sprekers namens de fracties zich beperkt hebben naar aanleiding van de uitvoerige behandeling in de commis sie zal ook ik mij proberen te beperken. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Boer het volgende. Wij heb ben inderdaad vier experimenten met elkaar afgesproken, maar een jaar geleden hebben wij met elkaar geconstateerd dat je, wil je het kind niet met het badwater weggooien, je moet beperken tot twee buurten, die ook qua structuur en ka rakter verschillend zijn, om een maximaal rendement te krij gen van het experimenteren. Bij die constatering hadden we kunnen zeggen dat we de daarvoor gereserveerde middelen op 50% zouden stellen, waarmee we het zouden moeten doen. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 523