27 FEBRUARI 1989 53 haar vruchten afgeworpen. Een geraamd structureel overschot van ruim 2,9 miljoen steekt zeer gunstig af bij het tekort van 8,7 miljoen, dat bij de Kadernota 1988 voor 1990 werd voor speld. Die Kadernota annex heroverwegingsoperatie werd indertijd door het college "met gemengde gevoelens" aan de raad aangebo den. Bij de Kadernota 1989 concludeerde het college, dat "de ken merken van een zich langzaam herstellend financieel beeld duide lijk worden". Thans onthoudt het college zich van een karakteris tiek van de gepresenteerde Kadernota 1990. Met een prijzenswaar dige bescheidenheid laat het college kennelijk graag het oordeel over aan de raad. De V.V.D.-fractie wil dan ook niet nalaten haar oordeel over vier jaar financieel beleid uit te spreken. Naar onze mening heeft het college zich op voortreffelijke wijze van zijn taak gekweten en met de gezonde financiële situatie van dit moment loon naar werken gekregen. Het financieel herstel is te danken aan het conform de afspraken in het programakkoord on verkort vasthouden aan het principe van de jaarlijks sluitende begroting en de daartoe uitgevoerde zojuist genoemde heroverwe gingsoperatie 1988-1990. Dankzij deze strakke begrotingsdiscipli ne kan in 1990 totaal 4,6 miljoen worden ingezet voor nieuw be leid en voor versterking van reeds vastgesteld beleid. Binnen de ze ruimte kunnen ook de middelen gevonden worden, die benodigd zijn in verband met de aanwijzing tot stedelijk knooppunt. De de finitieve beslissing over deze aanwijzing moet nog worden geno men, maar wij zien geen enkele reden om te veronderstellen dat de parlementaire behandeling van de Vierde Nota over de ruimte lijke ordening tot een voor Breda negatieve uitkomst zou kunnen leiden. Wij delen de mening van het college, dat de uitgaven in het kader van Breda-stedelijk knooppunt als diepte-investeringen mogen worden beschouwd, die ruimschoots zullen worden terugver diend met de vestiging van bedrijven en allerlei faciliteiten die van rijkswege aan de stedelijke knooppunten zullen worden verleend. Met betrekking tot laatstgenoemd aspect acht de V.V.D-fractie echter wel enige waakzaamheid geboden. V/ij willen waarschuwen voor het bij voorbaat opvoeren van het uitgavenni veau zonder absolute zekerheid omtrent te verwachten rijkssteun. De status van stedelijk knooppunt mag zeker niet vergezeld gaan van het risico van een niet-sluitende begroting op langere ter mijn. Ondanks onze eerdere ietwat relativerende opmerking over het voor 1993 verwachte tekort zijn wij dan ook zeer ingenomen met de voorzichtige aanpak die het college ertoe heeft gebracht om bijna 1/3-deel van het structurele overschot in 1990 een niet-structurele aanwending te geven. Het is spijtig, dat bij de Kadernota nog geen duidelijkheid kon worden gegeven over de aan pak van de investeringen. In dit opzicht vertoont de Kadernota een manco. Wij hebben er begrip voor, dat tengevolge van het lang uitblijven van een regeringsbeslissing over de verdeling van de investeringsimpulsen 1989 en 1990 pas in april een voor stel over het investeringsvolume beschikbaar komt. Toch zouden wij, mocht zich een dergelijke situatie nog eens voordoen, graag zien dat dan toch enige indicaties worden gegeven, die concreter zijn dan alleen maar een verwijzing naar de Investeringsbehoefte vanuit de culturele sector en die in verband met de Zuidelijke Rondweg. Overigens verdienen deze beide onderwerpen hoge priori teit. De reserve- en risicopositie is ten opzichte van het bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 53