21 DECEMBER 1989 537 me voorstellen, en dat heb ik in eerste termijn ook eigen lijk gezegd, dat er tussentijdse bijstellingen zijn. Dan be doel ik natuurlijk niet detailzaken, maar het zou kunnen zijn dat bepaalde ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, zij het onder een aantal randvoorwaarden en natuurlijk in goed overleg en zorgvuldig naar het particulier initiatief toe. Ik zou daarvoor toch graag wat meer aandacht zien, met name voor de beleidsinhoudelijke invloed van de kant van de raad, van de overheid. Wethouder VAN RAAK Ik heb al toegezegd dat het een aandachtspunt is. Wat mij min of meer aanleiding gaf tot mijn opmerking richting me vrouw Heerkens was dat "tussentijdse". Dat kan alleen in harmonie, dus wanneer beide partners het er over eens zijn. Wanneer U eenzijdig gaat sleutelen neemt U in de loop van een jaar, want U heeft alleen jaarlijks budgetrecht, ook ten opzichte van de instellingen, iets op U, dat U niet kunt waarmaken en waartegen de instellingen terecht bij de rechter in beroep kunnen gaan. Akkoord. 301. BENOEMEN VAN EEN LID VAN DE OUDERENADVIESRAAD. Akkoord, met de benoeming van mevrouw H.W.S.M. Faes-Verste den tot lid van de Ouderenadviesraad. Akkoord. 302. STRUCTUURPLAN VOOR DE GEMEENTE BREDA VOOR PERIODE 1988-1997. De heer MARTENS Laat ik beginnen met het feit dat ik het een leuke geste vond van de mensen van de veiling om bij het begin van de vergadering een attentie aan te bieden aan de raadsleden. Dat betekent voor mijn fractie in ieder geval niet dat we de visie op het structuurplan daardoor wijzigen. In het be gin van de avond heb ik mijn aantekeningen gemaakt en die blijven dus overeind staan. Er wordt al vanaf november 1988 in de commissie en de raad gesproken over het structuur plan. In 1988 was het nog een structuurvisie. Mijn fractie is het in grote lijnen eens met het structuurplan zoals dat nu voor ons ligt. Er moeten nog vele onderzoeken en studies verricht worden. Het is een goede zaak dat er rond 1995/1996, nadat de Haagse Beemden zal zijn volgebouwd, lo caties beschikbaar zijn, zodat Breda wat dat betreft kan doorbouwen. Ik ga niet uitvoerig meer in op hetgeen in de commissie al geruime tijd aan de orde is geweest. Ik maak ook geen opmerkingen meer met betrekking tot de bezwaar schriften die zijn ingediend. Vooral in deze fase van het structuurplan hebben we daar niet zo'n grote behoefte aan. Wij willen namelijk eerst de studies en de onderzoeken, die op ons af gaan komen, afwachten. Ik neem aan dat alles nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 537