21 DECEMBER 1989 542 groeperingen en verenigingen hebben bezwaarschriften inge diend. De V.V.D.-fractie kan zich vinden in de motiveringen van het college om de bezwaarschriften ongegrond te verkla ren, maar wel wil de V.V.D.-fractie het college houden aan zijn toezeggingen die ook in de commissie gedaan zijn, om trent de inspraak en de duidelijkheid, voorafgaand aan rea lisering van plannen en dan in een vroeg stadium. Het lijkt of ik hier in herhaling treed met wat vorige sprekers heb ben gezegd, maar het belang hiervan vinden wij toch zo groot dat ik dat toch nog een keer wil herhalen. De vragen die ik dan aan de wethouder wil stellen zijn: hoe worden be langhebbenden geïnformeerd over de plannen, op welke ter mijn krijgen belanghebbenden te horen over op handen zijnde plannen en wanneer weten ze, wanneer de hen aangaande voor stellen in commissievergaderingen c.q. in de raad besproken worden? Dat inspraak kén, merken we vanavond wel aan een paar andere voorstellen. Ik bedoel dan met name buurtbeheer en direct nog: over Tuinzigt. De heer GARRITSEN Het is een goede zaak dat we een structuurplan voor de stad vaststellen. Het is gewenst om aan te geven welke richting je met een stad op wilt. Dit is een positieve zaak. Van mijn kant wil ik wel een paar opmerkingen maken. Ik vind in dit structuurplan toch te weinig terug dat de knelpunten die er in Breda liggen met het vastellen van dit structuur plan opgelost worden. Ik denk dat op een aantal terreinen de knelpunten die er zijn eigenlijk uitgebreid worden en dat onvoldoende aangegeven wordt hoe dit structuurplan bij draagt tot een betere kwaliteit van de stad in zijn totali teit. Ik wil een aantal zaken, die in deze nota bij de be leidspunten vermeld staan, noemen. Het eerste punt betreft de discussie over de woningbouw. Er wordt heel uitdrukke lijk gekozen voor het feit dat alle doelgroepen aan bod moe ten komen. Als je steeds weer zegt dat alle doelgroepen aan bod moeten komen dan maak je eigenlijk niet zo'n duidelijke keuze. Ik vind dat je die keuze wel moet maken en ik hoop dat straks in de beleidsnota volkshuisvesting die keuzes er ook zullen uitkomen. Ik denk dat de knelpunten van de ene bevolkingsgroep soms wat groter kunnen zijn dan die van een andere bevolkingsgroep, waardoor je ook daarin een duidelij ke keus zou moeten maken. Het tweede punt is de verdichting slocatie zoals genoemd in het voorstel. Er wordt gezegd dat er weinig ruimte is voor woningbouwplannen en voor andere activiteiten die men wil ontplooien, waardoor men zal moe ten verdichten. Dat gebeurt dan op buurtniveau. Voorbeelden zijn Breda Zuid-Oost, Hoge Vucht en de binnenstad. Je moet hiermee heel zorgvuldig omgaan om de leefbaarheid van die gebieden toch te waarborgen. Die verdichtingsstudies, zoals die gaan plaatsvinden, zijn voor de buurt vaak erg moeilij ke zaken. Het is dus terecht dat daartegen protest wordt in gediend. Van mijn kant wil ik aangeven dat je ook andere mo gelijkheden zou kunnen onderzoeken die ik niet in deze structuurschets terugvind. Dat is in eerste instantie toch de ongelofelijke hoeveelheid militaire terreinen die we heb-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 542