21 DECEMBER 1989 543 ben. Ik weet dat we een convenant hebben waaraan we gebak ken zitten, maar je moet die zaak toch iedere keer weer op nieuw in discussie brengen, omdat er heel wat terreinen te gen het centrum van de stad aanliggen, die je voor heel wat zinniger zaken kunt gebruiken. Ik zou erop willen aandrin gen dat die zaak uitdrukkelijk meegenomen wordt. Een ander punt is dat je best naar bestaande bebouwingen mag kijken. Er zijn functieveranderingen in de stad en je kunt de func ties opnieuw bekijken en er dan een andere invulling aange ven. Je moet dus niet steeds meer claims leggen op het groen. Ik wil vragen of het college daar verder naar wil kijken om op die manier wat meer mogelijkheden te krijgen om noodzakelijke uitbreidingen te kunnen realiseren. Een derde punt betreft de bedrijven- en kantoorlocaties. De heer Martens heeft daarover al de nodige opmerkingen ge maakt. Ook daar vind je eigenlijk weer het verhaal dat we een bepaald aantal hectaren moeten aanbieden. Dit wordt eco nomisch onderbouwd, alhoewel op mij die onderbouwing vaak toch niet zo sterk overkomt. Ik denk ook dat je moet aange ven tot welke omvang je het kunt realiseren. Wat betreft het aantal hectoaren dat genoemd wordt, denk ik dat het ten koste gaat van de kwaliteit. Ik noem twee punten. In de eer ste plaats het punt rond het Esso-kantoorHoe ver ga je dat uitbreiden, weer toch in de nabijheid van de snelweg en een toekomstige stadsweg. Op het andere punt wil ik iets uitvoeriger, maar ook toch maar heel beperkt, ingaan. Dat is Princeville, het knooppunt. Wij hebben destijds de dis cussie in Den Haag gehad om een bepaalde variant te kiezen. Toen is heel uitdrukkelijk gezegd, dat we kiezen voor de variant die zo weinig mogelijk beslag legt op landbouwgron den. Nu krijg je in de onderliggende stukken weer het ver haal, dat we moeten kijken of daar min of meer een poort is te ontwikkelen en daar toch weer meer bedrijventerreinen weg te zetten. Ik denk dat je dan steeds tot een verdere uitbreiding komt. Ik sluit me wat dat betreft bij de opmer king van de heer de Bruijn aan. Plus dat op dat gebied- en dan breid ik het wat uit: niet alleen Princeville, maar ook het gebied waar de veiling staat - nogal de nodige plannen liggen. De westtangent, de TGV, die mogelijk gaat komen, uitbreiding van de veiling en de woningbouwplannen. Ik denk, dat je toch een keer een keus moet maken, wat je er mee wilt. Een zaak die je naar mijn mening zeer zeker aan moet kaarten, als je voor een deel uitbreiding wilt ook van bedrijfsactiviteit in dat gebied, is de uitnutting van de spoorlijnen die daar liggen. Ik denk dat je daar ook voor het vervoer gebruik van kunt maken. Ik denk dat je dat ook mee moet nemen ten aanzien van bijvoorbeeld de activiteiten van de veiling, de landbouwgebieden en de tuinbouwgebieden rondom de veiling. Ik denk dat dat juist garandeert dat je zeer goede verbindingen hebt. Je moet er heel voorzichtig mee omgaan om die gebieden compleet vol te gaan bouwen. Ten aanzien van het vervoer per spoor, denk ik dat het zinnig zou zijn om bijvoorbeeld eens de mogelijkheden te onderzoe ken om een deel van de enorme afvoer van de veiling rich ting Duitsland en Frankrijk (het gaat toch om behoorlijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 543