21 DECEMBER 1989 544 hoeveelheden)per spoor te gaan doen. Ik denk dat het een studie waard is. Wat betreft de binnenstad, het volgende. We komen hierop later uitgebreid terug. Twee punten wil ik er toch uithalen. Dat is de bereikbaarheid van de binnen stad die nogal centraal staat, waarbij wordt genoemd de se lectieve uitbreiding van de parkeercapaciteit in de binnen stad. Ik denk dat je die keuzes niet meer moet maken. Ik denk dat je als je praat over de bereikbaarheid van de bin nenstad, veel duidelijker politieke keuzes daaronder moet leggen. Minder auto's naar de binnenstad, betekent ook dat je de functies in de binnenstad -maar nogmaals: daar komen we op terug- zó moet kiezen dat die druk op de binnenstad niet groter gaat worden, maar alleen zou gaan afnemen. Het laatste punt is de ontwikkeling van het kernwinkelapparaat. In de commissie heeft de heer Martens daarover al eens de nodige opmerkingen gemaakt. Als je nog meer, publiektrekken- de winkelbedrijven in de binnenstad wegzet, krijg je weer een aanduidende werking en mogelijk weer een enorme toename van publiek naar de binnenstad, wat voor de middenstand best aardig is. Maar als je kijkt naar het leefmilieu in de binnenstad b.v. het Van Coothplein momenteel, dan moet je zeggen tot welke omvang je gaat, want als je nu ook de bewo ners van Etten-Leur en Oosterhout allemaal hier naar toe krijgt en misschien van nog een grotere regio, dan denk ik dat je dan ook grenzen moet gaan stellen aan je groei en dat het van belang is om met name ook in de binnenstad wat meer functies te gaan melden. Er is wel een aanvulling geko men in de culturele sector. Dit is duidelijk opgenomen in de structuurschets, maar ik denk dat er nog een aantal za ken bij zou moeten komen, zeker als je praat over de woonbe bouwing in de binnenstad, waar je ook de nodige voorzienin gen moet hebben. Ik denk dat je daar ook voor moet kiezen en dat ontbreekt in deze nota. Wethouder RATTINK Inderdaad hebben we vorig jaar ook al uitvoerig hierover ge praat toen het nog een structuurvisie was, nu een structuur plan. Er is terecht door iedereen gezegd, er zullen nog heel wat onderzoeken en nadere studies moeten plaatsvinden. Om daar maar mee te beginnen: als je het hebt over het ge bied ten westen van Tuinzigt en (de heer van den Wijngaard zei het ook) het gebied Steenakker, de aansluiting naar de Haagse Beemden, bijna iedereen heeft gepraat over de plan nen die de veiling in dat gebied op tafel heeft gelegd, dan praat je over conflicterende belangen. Dat kan gewoon niet anders. Het is juist de bedoeling dat U, op basis van de principiële keuzes, die U in feite hier in het structuur plan maakt, zoals: wij zien graag woningen ten westen van Tuinzigt, wij zien dat als een goede locatie voor woning bouw, een uitgangspunt neemt. Het feit dat U ook met dit structuurplan zegt: een bedrijvenlocatie is daar mogelijk en de westtangent zou moeten komen tussen de Noordelijk Rondweg en de Ettensebaan. Dat zijn gegevenheden waarmee straks de visie op Heilaar/Steenakker wordt gemaakt en deze komen vanzelfsprekend hier terug en dan kunt U kijken in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 544