21 DECEMBER 1989 547 praat je over de totale hoofdwegenstructuur. De verkeersmi- lieukaart is het instrument om te meten wat voor effecten verkeersbewegingen hebben op bepaalde punten, en of er aan leiding is om daarin verandering te brengen. Dat is denk ik een heel zinnig nieuw afwegingspunt in de hele problematiek van: waar plan je wat en hoe leid je daar verkeersstromen naar toe. Het is de bedoeling bij de diverse visies die ont wikkeld moeten worden, uitdrukkelijk meer rapportage mee te nemen. Wij hebben dat onder andere ook toegezegd. De heer Garritsen had het over Breda-Zuidwest, de omgeving van de Esso. Ik dacht dat we met de visie op Zuidwest duidelijk ook aan de kwaliteit in dat gebied gedacht hadden. Mevrouw Van Bergen had het over de toezegging die gedaan is met be trekking tot de inspraak en die visies. Ik dacht dat ik dat in ieder geval beantwoord had, maar ook naar de heer Mar tens toe die het over de inspraak had sowieso: we hebben onlangs in de commissie de discussie over de inspraaknoti tie ten aanzien van ruimtelijk ordening uitgesteld. Daarin staat dat we ook met elkaar een procedure zullen moeten af spreken, juist bij die visies waar conform de wet een in spraakprocedure in feite niet verplicht is, zodat er daar over geen misverstand meer zal bestaan en dat je als je dan, vooruitlopend op bestemmingsplannen artikel 19-procedu- res zult moeten voeren, in ieder geval de inspraak met el kaar hier duidelijk hebt afgesproken, waarop je kunt terug vallen, zodat ook daarover geen misverstand blijft bestaan. Wat betreft een aantal knelpunten dat de heer Garritsen noemde het volgende. We hebben het al vaker over de keuze voor de woningbouw gehad. Er ligt een duidelijke keuze voor een heterogene samenstelling van de Bredase bevolking. Dat betekent dat je probeert aan alle doelgroepen tegemoet te komen, niet een eenzijdige samenstelling van goudkusten in de randgemeenten. Ik denk dat niemand daarbij gebaat is. Een heterogene samenstelling van de Bredase buurten lijkt me ook voor het hele leefklimaat in Breda van essentieel be lang. Nogmaals, we bouwen alle sociale woningen die we krij gen en dat zijn er nog al wat. Voor wat betreft de bedrij ven- en kantoorlocaties: ook daarover zullen we met de re gio tot afspraken moeten komen. Op het selectieve parkeerbe leid in de binnenstad komen we ongetwijfeld bij de nota over de binnenstad terug. Maar U moet bij selectief parkeer beleid ook denken (wat U zelf propageerde) aan het bewonen van de binnenstad. Dat betekent ook dat je juist voor de be woners van de binnenstad wel mogelijkheden gaat creëren en dat je in ieder geval de bereikbaarheid tot aan de rand van de binnenstad, zeker ook voor diegenen garandeert, die van de Bredase binnenstad (het is nog steeds een hele gezellige binnenstad)willen profiteren. Selectief betekent, dat je dus kijkt: wie moet daar wel ver in de binnenstad zijn en wie niet en hoe kom je er aan tegemoet. Dat was het wat mij betreft. De heer VAN DEN WIJNGAARD Ik wil U eerst bedanken voor Uw antwoord. Alleen wil ik be nadrukken dat wij het onderzoeken op de voorgrond zetten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 547