21 DECEMBER 1989 552 leid. Eerst naar aanleiding van de evaluatie van de Stich ting Woonruimteverdeling, naderhand naar aanleiding van een heleboel stukken en een notitie van de gemeente. De P.v.d.A. was toen en is nog steeds van mening dat het op zich een hele moeilijke kwestie is, met het grote gevaar voor willekeur daarin. De heer De Bruijn heeft het daarover ook al gehad. Toch denken wij in ieder geval dat de huidige ontwikkelingen wel om een beslissing vragen van de politiek in dezen. We blijven echter wel van mening dat er geen te grote waarde aan het inplaatsingsbeleid gehecht mag worden voor het oplossen van alle problemen in de buurt. Daarmee wordt men eigenlijk toch steeds geconfronteerd, ook vanuit de corporaties. Ik denk dat het een beetje te veel eer is in die richting. Wellicht dat het een bijdrage kan leveren in dit kader, maar het is zeker niet het hoofdpunt waarop alle problemen opgelost kunnen worden. Ik denk dat het, daar waar je aan de slag gaat met bijvoorbeeld buurtbeheer, daar waar we bezig zijn met de stadsvernieuwing, een aspect is, dat zeker een rol kan spelen in de verbetering van de woonomgeving, maar het is niet het alles oplossende geval. Er staan duidelijke criteria op papier, naar aanleiding waarvan er over een jaar geëvalueerd kan worden. De P.v.d.A.-fractie gaat dan ook akkoord met dit experiment, zij het met grote terughoudendheid en met de vraag aan de wethouder of zij (deze toezegging heeft zij de commissie ge daan) in het geval dat in de loop van de periode toch blijkt dat de uitgangspunten zoals ze hier zijn verwoord niet gehaald worden, waarbij de mensen vaak terug gestuurd worden, dan wel geen woning krijgen, dit tussentijds in de commissie wil melden, zodat eventueel bijsturing mogelijk is Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Naar aanleiding van de discussie in augustus j.l. ligt er nu een aangepast voorstel ter tafel over het inplaatsingsbe leid. Het enige voordeel van dit voorstel is dat er nu ten minste zichtbaar wordt wat er gebeurt en dat voor een af te spreken termijn van één jaar. Het moge duidelijk zijn dat de V.V.D.-fractie grote bedenkingen heeft tegen inplaats- ing. Gedachten als: is het middel niet erger dan de kwaal, en: het college schuift zo de problemen voor zich uit, en: hoe lang kun je op deze manier werken, dit soort vragen bor relden bij ons in de fractie op. Ik ben overigens blij met de toezegging van de wethouder in de commissie dat het niet over groepen gaat, al moet ik zeggen dat het verslag van de vergadering anders aangeeft, maar daarover praten we vol gende maand wel. Wij willen ondanks onze bedenkingen toch mee werken met een experiment voor één jaar en dan met de nadruk op één jaar. De vraag van de V.V.D.-fractie is dat wij graag een duidelijke toezegging hebben van de wethouder dat zij, na de termijn van pak weg driekwart jaar, signalen geeft in de commissie over de resultaten van inplaatsing, zodat de commissie zich ruimschoots tevoren kan beraden wel ke kant het uit moet gaan met dit experiment na ommekomst van een jaar. Wij hadden in de commissie ook de toezegging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 552