21 DECEMBER 1989 553 gehad over de complexen die wij zichtbaar wilden hebben, waar inplaatsing plaats zou vinden. Die hebben we net ge had. Kunt U aangeven of dat inderdaad ongeveer 30% van het totaal bedraagt? De heer W. VAN DONGEN De C.D.A.-fractie heeft zich in de commissie reeds akkoord verklaard met dit voorstel. Toch daarbij ter aanvulling het volgende. Het gaat hier om een regeling die al in verschil lende wijken in Breda-Noord/Driesprong wordt toegepast om tot de oplossing van een aantal problemen te komen in situa ties waarbij rekening gehouden kan worden met de bewoners, die al in bestaande complexen wonen, en met de belangen van de nieuwe bewoners, zodanig dat de wederzijdse posities op elkaar afgestemd kunnen worden om tot een evenwichtige woon omgeving te komen in het belang van de oude bewoners en van de nieuwe bewoners. Het gaat er daarbij tevens om, om ook een stuk invulling te geven aan de verantwoordelijkheid van de corporaties, omdat zij te maken hebben ook met de verant woordelijkheid in een complex. De corporaties krijgen met dit experiment ook daadwerkelijk de kans om aan te geven hoe zij daarmee kunnen omgaan en zij leggen daarmee een ba sis naar eventueel toekomstig beleid. De heer GARRITSEN Heel snel de punten waarmee wij de P. S.P.-fractie grote moeite heeft. Dat is het punt dat de woningbouwvereniging kan besluiten om een kandidaat van een kandidatenlijst voor een bepaald complex, af te halen en hem daarop niet te plaatsen. Dan praat men in wezen over de kern van de proble men. Dan is het zo dat een aantal criteria wordt gesteld waarom een kandidaat op zo'n lijst niet kan voorkomen, name lijk de relatie van de kandidaat tot de reeds gehuisveste bewoners, een relatie tot het woningtype en de kenmerken van de kandidaat met betrekking tot de woonwensen. Waar het hier om gaat is dat in feite de woningbouwvereniging regis tratie moet doen, en moet bepalen welke kwaliteiten om het maar zo te noemen een bewoner zal hebben. Ik denk dat je dat soort zaken niet moet gaan doen. Voor zover het over last betreft die bewoners zouden kunnen veroorzaken, vind ik dat je die zaken niet bij een woningbouwcorporatie in eerste instantie moet leggen. Als er sprake is van overlast door bewoners, kan het aan meer partijen liggen. Ik denk als het echt uit de hand loopt dan zul je toch de politie in moeten schakelen om in feite daadwerkelijk op te treden om daar de sancties te nemen. En dat je dat niet moet leg gen in feite toch bij de woningbouwvereniging. Het is rede lijk subjectief. Waar het ook om gaat is ook dat de bewo ners waarover het gaat vermoedelijk nauwelijks inzage- en correctierecht hebben op de gegevens die opgeslagen worden. Ik vind dat toch een uitermate moeizaam punt. Het laatste punt is veel praktischer: ik vraag me af waar met de hante ring van dit soort regels echt resultaten behaald zijn. Wethouder RATTINK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 553