21 DECEMBER 1989
561
Wethouder ADANK
De twee opmerkingen van de heer Koekkoek kan ik onderschrij
ven als het gaat om de individuele sportbeoefening, de ini
tiatieven die daartoe genomen zouden kunnen worden, om dat
te volgen. Om daar ook een duidelijk beleid op te zetten:
dat is inderdaad niet in de nota opgenomen. Ik denk dat het
belangrijk is, maar dat geldt ook voor de tweede opmerking
van de heer Koekkoek als het gaat om sportbeoefening van de
etnische minderheden, (dat staat ook niet uitdrukkelijk in
de nota) dat we daarover in de commissie sport maar een
keer nadrukkelijk met elkaar moeten spreken, en daar voor
de komende jaren het beleid op zouden moeten uitzetten,
even los van deze sportnota. Ik denk dat dat ook best kan
en bespreekbaar gemaakt kan worden. Wat betreft de opmer
king van de heer Garritsen, dat hij dat niet in één termijn
wil afdoen, het volgende. Ik moet hem er toch aan herinne
ren dat we twee uitgebreide besprekingen hebben gehad. Eén
in het voorjaar toen de nota ter bespreking in de commissie
behandeld is. Toen is er een bijeenkomst geweest met de
sportadviesraad, waarin de mening over deze nota (overigens
is de vertegenwoordiging van de sportadviesraad nadrukke
lijk ook bij het concept betrokken geweest) aan de orde is
gesteld en ook uitgebreid aan de orde is geweest toen de no
ta ter advisering in de commissie was. Dus daar waren alle
opmerkingen, die deze nota behelzen, op zijn plaats ge
weest. Wat betreft de tendens, die neigt naar privatise
ring, als het gaat om sport en datgene wat daarmee samen
hangt, samenhangt. Ik denk, als er onder goede randvoorwaar
den en onder goede condities, die je duidelijk moet formule
ren, sprake is van privatisering, dat dan zeker ook op het
gebied van sport aan een aantal goede zaken tegemoet geko
men kan worden. Ik denk dat het college dit, zeker als het
gaat om privatisering, de condities waaronder, duidelijk
voor ogen heeft.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de P.S.P. ge
acht wil worden te hebben tegengestemd.
326. NOTA "MONUMENTEN EIGENTIJDSE ELEMENTEN MET EEN TOE
KOMST"
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Dit is een nota met een duidelijke visie op de middellange
termijn, en zoals de nota het heel goed en helder aangeeft,
monumenten zijn geen rare overblijfselen uit het verleden,
maar kunnen wel degelijk de kwaliteit van de stad verbete
ren. De nieuwe monumentenwet biedt de mogelijkheid tot herf
ormulering en dat zal moeten doorwerken in meer beleidster
reinen. Van groot belang zijn de deelnotities die toegezegd
zijn voor het voorjaar 1990. Deze notities zullen samen een
compleet beeld geven van het Bredase monumentenbeleid, maar
ook met de financiële consequenties. Op dit moment is geen
investeringsplan voorgelegd omdat planning en een inzicht
in de kosten op dit moment nog niet haalbaar zijn. Ik wil
erop wijzen dat de coördinatie op de verschillende deelter-