21 DECEMBER 1989
562
reinen des te belangrijker is. Dat is ook gebleken uit de
antwoorden in de commissie, wat eigenlijk de kern in het ge
heel was van het beleid, namelijk dat de relatie tussen de
cultuur-historische componenten en de eigentijdse stedebouw-
kundige ontwikkelingen niet alleen een multi-disciplinaire
aanpak vraagt, maar ook wel degelijk een attitude. Ik denk
dat dat heel duidelijk in beweging is. Voor ons als C.D.A.,
wat wij in ons huidige programma en ook in ons toekomstige
programma aangeven, zijn belangrijk de beeldbepalende pan
den. Dat is geen beschermde categorie, maar dat is op
enigerleiwijze in te passen in het beschermd stadsgezicht.
Ook denken wij dat deze beeldbepalende panden bijzondere
aandacht verdienen en vragen wij ook in deze zaak aandacht.
Tot slot zouden wij graag zien dat het fonds stadsvernieu
wing en de onafhankelijke monumentenadviesraad in de nieuwe
gemeentelijke verordening worden opgenomen, en dat de aan
dacht voor monumenten ook wordt uitgebreid naar de beeldbe
palende panden, in die zin dat wijziging en sloopvergunnin
gen ook op deze categorie van toepassing zullen worden. Ver
der is in de commissie reeds toegezegd dat bij de verdere
afwikkeling van de procedure de commissie van tijd tot tijd
geïnformeerd zal worden en dat stellen wij zeer op prijs.
De heer KOEKKOEK
De essentie van de nota, zoals we dat ook in de uitgebreide
commissie-bespreking hebben vastgesteld, is dat het gaat om
de verschuiving van restauratie naar onderhoud. Welnu, dat
gezegd te hebben, betekent dat we hier een raamnota voor
ons hebben waarop een groot aantal deelnota's moeten volgen
en een financiële onderbouwing, want komen tot een restaura
tie-inzicht en overzicht van de financiële consequenties,
dat is nog een verhaal van zeer lange adem. Vandaar dat
mijn fractie van harte kan instemmen met deze nota als raam
nota, maar wat de uitwerking betreft: straks zal moeten
blijken hoever we daarmee kunnen komen.
Wethouder ADANK
De uitwerking, die de heer Koekkoek vraagt en waarop eigen
lijk ook mevrouw Boidin in haar drie vragen doelt, komen in
derdaad in de vervolgnotities. U spreekt over het voorjaar
1990. Ik denk dat we toch duidelijk de tijd moeten hebben
in het jaar 1990, omdat er vier of vijf deelnotities ver
schijnen en omdat we vooral ook de financiële consequenties
daarvan goed willen aangeven. Ik denk dat dan zeker de aan
dacht voor de beeldbepalende panden en ook de rol, de posi
tie, de functie van de monumentenadviesraad, nadrukkelijk
beschreven zal gaan worden.
Akkoord
327. VOORZIENINGEN TECHNISCH ONDERHOUD EN FUNCTIEVERBETE-
RENDE AANPASSINGEN VOOR GEBOUWEN VOOR BASISONDERWIJS
Akkoord.