27 FEBRUARI 1989
57
trekking tot de openbare orde en veiligheid wil de V.V.D.-frac- vc
tie nog twee opmerkingen maken, die strikt genomen geen verband dj
houden met de Kadernota. In de eerste plaats zien we de herschik- vi
king van de politiesterkte, waartoe de regering nu eindelijk be- vs
sloten heeft en die voor Breda een substantiële uitbreiding van dc
het korps betekent, als de vervulling van een randvoorwaarde gc
voor het welslagen van de voorgenomen reorganisatie van het Bre-
dase korps. Wij hopen, dat binnen de nieuwe sterkte meer ruimte s1
ontstaat om de verschillende knelpunten op te vangen en zowel de al
bestuurlijke als de justitiële politietaak optimaal te beharti- s1
gen. In de tweede plaats hebben wij de jongste ontwikkelingen in ir
de relatie tussen korpsbeheerder en korpschef met opluchting be- d:
groet. Wij zijn ervan overtuigd, dat voor burgemeester en hoofd- pc
commissaris het belang van een zo goed mogelijke politiezorg ec
voorop staat, en daarom hebben wij het vertrouwen, dat de reorga- vc
nisatie in een goede samenwerking tussen beiden ter hand zal kun- ge
nen worden genomen. Het spreekt voor zich, dat de status van ste- hc
delijk knooppunt een toeneming van de werkzaamheden op bestuur
lijk en ambtelijk niveau met zich brengt. Er zal van raad en col- Dc
lege een extra inspanning worden gevraagd, maar vooral de arnbte- II
lijke medewerkers zullen met meer werk geconfronteerd worden. Te- Hj
gen deze achtergrond signaleren wij met instemming, dat de Kader- vc
nota meer ruimte schept voor het personeelsbeleid en de apparaat- dc
szorg. Verhoging van de stelpost personeelsbeleid ten behoeve dj
van de uitvoering van de Nota Personeelsbeleid 1987 en aanwen
ding daarvan voor o.a. vorming en opleiding, interne voorlich- Dc
ting aan het personeel en de opvang van personele knelpunten en De
daarnaast de inzet van middelen voor management- en automatise- he
ringsopleidingen getuigen van een goede aanpak. Wij zouden het bj
zeer toejuichen, als op korte termijn de aanpak van de bezoldi
gingsachterstand effectief ter hand wordt genomen. Na de enkele De
maanden geleden genomen besluiten om tot een meer flexibele be- Dc
zoldiging te komen zou daarmee wederom een van onze wensen op
het vlak van het personeelsbeleid in vervulling gaan. Hoe denkt Dc
het college het inlopen van de bezoldigingsachterstand gestalte Dg
te geven? Het heeft onze aandacht getrokken, dat, vergeleken met c\
de voorbije jaren, in 1990 een relatief groot aantal nieuwe ar- dc
beidsplaatsen wordt geschapen, ook als de uitbreidingen in het sc
kader van de knooppuntstatus buiten beschouwing worden gelaten.
Wat betekent deze ontwikkeling voor de omvang van de totale per- Dc
sonele formatie? Is er per saldo weer sprake van groei van de ge- I>
meentelijke werkgelegenheid? Het college kiest vooralsnog - naar he
onze mening terecht - voor een terughoudende opstelling bij de
uitbreiding van de ambtelijke organisatie in verband met de De
knooppuntfunctie en de daarmee samenhangende werkzaamheden. Wij 0,
veronderstellen, dat de toename van het werkaanbod op termijn ze
tot verdere uitbreiding zal dwingen, wil Breda tenvolle van haar kc
positie als stedelijk knooppunt profiteren. In alle sectoren van be
de organisatie zal het werk toenemen, maar wij verwachten dat de
vooral de dienst economische zaken en werkgelegenheid, gezien mj
haar doelstelling en huidige krappe bezetting, sterk onder druk ge
zal komen te staan. De economische ontwikkeling en potentie van zj
Breda speelden een wezenlijke rol In de aanwijzing tot stedelijk dr
knooppunt en naar onze mening is de komst van nieuwe bedrijven de
en kantoren en de daarmee verbonden werkgelegenheid beslissend cj