26 JANUARI 1989
5
4. DE IN HET BEF-MILIEU GEBLOKKEERDE EN IN DE BEGROTING MILIEU
DIENST 1988 EN 1989 GERESERVEERDE MIDDELEN T.B.V. DE SANE
RING VAN LPG-STATIONSTE BESTEMMEN VOOR DE UITVOERING VAN
HET ACTIEPROGRAMMA VERWIJDERING ONDERGRONDSE TANKS EN DE BE
STEMMINGSRESERVE BODEMSANERING.
De heer BERKHOUT
De V.V.D.-fractie constateert met genoegen, dat het beleid ten
aanzien van LPG-stations heeft geleid tot de beoogde sanering.
Waar het bedrijfsleven de kosten van deze operatie heeft gedra
gen, kunnen de gereserveerde gelden voor een ander doel worden
aangewend. Het is een goede zaak dat deze middelen beschikbaar
blijven voor doelen ten bate van het milieubeheer. Er kan nu een
aanvang worden gemaakt met maatregelen met betrekking tot een
preventief bodembeschermingsbeleidMet name het opruimen van de
niet meer gebruikte, maar in de bodem achtergebleven tanks, is
een maatregel die het milieu ten goede komt. Uit de thans gere
serveerde f 250.000,neemt U f 200.000,voor subsidiëring
van de kosten die burgers en bedrijven maken, te weten f 500,
bij verwijdering van de tank en maximaal f 300,bij ledigen,
reinigen en met zand vullen. Te vrezen valt dat de overblijvende
kosten, met name voor burgers, nog zo hoog zullen zijn, dat dit
negatief werkt voor het te bereiken doel. Ik herhaal daarom de
suggestie die reeds in de commissie is gegeven, te weten: het
sluiten van een collectief contract door de gemeente met een aan
nemer, ten einde met dezelfde middelen tot verwijdering van meer
tanks te kunnen komen.
Wethouder RöMKENS
In navolging van de commissie neem ik de suggestie van de heer
Berkhout graag mee; de mogelijkheid van een collectief contract,
om daarmee een maximalisatie van verwijdering van ondergrondse
tanks met de beschikbaar komende middelen te realiseren. Bij het
definitieve raadsvoorstel kunt U de uitwerking van deze sugges
tie aantreffen.
Akkoord
5. HET VOEREN VAN MINIMABELEID.
Mevrouw HEERKENS
Alhoewel het minimabeleid al uitgebreid ter sprake is geweest in
een drietal commissievergaderingen en bij de begrotingsbehande
ling in de raad, hebben wij toch de behoefte om bij deze gelegen
heid nog eens een aantal hoofdpunten naar voren te brengen. Al
bij de begrotingsbehandeling van 1988 heeft de P.v.d.A.-fractie
het college verzocht met aanvullende maatregelen te komen ten
gunste van de minima. Wij vonden toen en vinden nu nog steeds,
dat daar waar de rijksoverheid geen maatregelen neemt om te ko
men tot een positieverbetering van de minima, de locale overheid
dan haar verantwoordelijkheid ten overstaan van deze burgers
moet nemen. Dat er sprake is van armoede en een groeiende maat
schappelijke ongelijkheid is duidelijk gebleken uit onderzoekrap-
portages, maar blijkt ook uit conferenties over armoede in Neder
land, waar geluiden te horen waren als: armoede is een gemene