27 FEBRUARI 1989
60
e- vasthouden aan de taakstellingen voor deze sector. De voorzichti-
an Se stapsgewijze aanpak, afgestemd op de financiële realiteit,
de die thans wordt gevolgd, wordt door ons van harte gesteund. Bij
an deze aanpak past naar onze mening ook, dat voor onoplosbare knel-
r- punten in verband met resterende taakstellingen een andere oplos-
e- sing wordt gezocht dan afbouw van voorzieningen. Gold voor Breda
i_ als centrumgemeente al, dat voorzieningen als schouwburg, muziek-
a- school, bibliotheek, Beijerd, artotheek en niet in de laatste
e- plaats het Stedelijk Museum onmisbaar zijn, dat is te meer het
e- geval voor het stedelijk knooppunt Breda. Wij wachten de aange-
e- kondigde voorstellen met belangstelling af. In dit verband vra-
a- gen wij ook de aandacht van het college voor de krappe personele
en bezetting van de beleidssector cultuur. Voor de komende jaren
ke staat de V.V.D.-fractie niet afwijzend tegenover het uittrekken
jk van meer middelen uit de ruimte voor nieuw beleid ten behoeve
en van kunst en cultuur. De Kadernota 1990 biedt naar de mening van
et de V.V.D.-fractie een goede basis voor de begroting 1990.
op
ve PAUZE
1-
e- De VOORZITTER heropent de vergadering,
g.
e- De heer DE BRUIJN
et Naar aanleiding van en in vervolg op de behandeling van de voor-
rp liggende Kadernota in de verschillende commissies, wil de frac-
n- tie van D'66 nog op de navolgende punten ingaan: het fenomeen Ka-
en dernota, de financiële aspecten en enkele hoofdlijnen van het be-
e- leid voor de komende jaren. Uiteraard zullen de aspecten burger
er - bestuur en de positie college - raad hierbij worden betrokken.
1- Tot slot zal worden ingegaan op het raadsvoorstel met betrekking
en tot het stedelijk knooppunt. Over de Kadernota het volgende,
a- D'66 is altijd een vurig pleitbezorger geweest van de Kadernota.
n. Immers ruim voor het opzetten van de begroting kan de raad rich-
e- ting geven aan de invulling ervan onder andere door het bepalen
el van de budgetten. Ook is door ons reeds enige jaren geleden aan-
g- gegeven dat de begroting in deze visie een, in zekere zin, tech-
n- nische invulling zou zijn van de bij de behandeling van de Kader
en nota uitgezette hoofdlijnen. Wij zijn nog steeds deze mening toe-
de gedaan. In de discussie bij de Kadernota 1989 is door de voorzit-
s- ter, en wij hebben hem daarin in tweede instantie ondersteund,
de aangegeven dat de gedetailleerde opzet van het huidige programak-
es koord tussentijdse beleidsbeïnvloeding nauwelijks mogelijk
oe maakt, uitgezonderd de invulling van "nieuw beleid" en enkele be
et zuinigingsmaatregelen. Echter het belang van de Kadernota als
a- richtinggevend instrument voor de raad is van een dusdanige bete-
x? kenis dat we uit de huidige ervaringen een les moeten leren voor
88 het opstellen van een programakkoord voor de volgende raadsperio
de de. Een tweede aspect van deze Kadernota is dat op diverse onder
st delen juist een nadere invulling is gegeven aan het gestelde bij
he de begroting. Uiteraard is een wisselwerking tussen begroting en
te Kadernota noodzakelijk, echter de relatie ligt naar onze mening
o- momenteel te eenzijdig. In de commissievergaderingen is reeds
an aangegeven dat voor een goede oordeelsvorming inzicht in knelpun-
de ten en wensen, vertaald in claims, noodzakelijk is. Hoewel erg
rt laat, is D'66 toch blij met de uiteindelijke toezending van deze