27 FEBRUARI 1989 ding bij het Milieu Educatief Centrum. Het zal evenwel noodzake lijk blijven dat ook door andere sectoren binnen de gemeente het milieu-aspect nadrukkelijk naar voren wordt gebracht; te denken valt aan de verkeersproblematiek. Het in dit kader opzetten van een verkeersmilieukaart is een eerste stap, de daaruit voort vloeiende maatregelen zouden weieens drastisch en zeer ver strek kend, ook financieel, kunnen c.q. moeten zijn. Een goed woon-, werk- en leefmilieu in Breda bepaalt mede het gezicht van onze stad, of zoals dat tegenwoordig in het vakjargon genoemd wordt, het imago van Breda. Bovendien zijn er duidelijke relaties te leggen tussen de beleving van woon-, werk- en leefomgeving ener zijds en het voorkomen van veel voorkomende criminaliteit. De be strijding van de veel voorkomende criminaliteit als integraal on derdeel van het gemeentelijk beleid krijgt, naast de helaas nood zakelijke repressieve maatregelen, dan ook vooral gestalte in de directe omgeving van*de Bredase burgers. De zorg hiervoor lijkt bij alle participanten, verantwoordelijk voor die directe omge ving, aanwezig. Het is echter van belang dat ieder zijn/haar ver antwoordelijkheid daarbij neemt. D'66 staat dan ook niet zonder meer te juichen bij de mogelijke invoering van de zogenoemde 1/3- regeling bij met name complexen van woningcorporaties. Afgezien van het feit dat de zorg voor een veilige omgeving niet ophoudt bij deze complexen, dienen in alle redelijkheid de verantwoorde lijkheden en bevoegdheden goed te worden afgebakend alvorens fi nanciële middelen beschikbaar kunnen worden gesteld. In nog ster kere mate staat onze fractie gereserveerd tegenover de idee van stadswachten. Immers de verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid ligt expliciet bij de overheid. Hoewel in de dis cussie rond het politiebeleid regelmatig is aangegeven dat nog het nodige kan worden verbeterd, moet de Bredase burger zich be schermd weten door de overheid, die daarop ook aanspreekbaar is. De rapportages omtrent de onderzoeken naar deze punten wachten wij met spanning af. Opvallend bij de invulling van "nieuw be leid" is de niet onaanzienlijke personele uitbreiding. Dit laat naar de mening van de D'66-fractie duidelijk zien, dat we als ge meente de ons ter beschikking staande capaciteit sterk, zo niet te sterk belasten. Hoewel een volledig inzicht in de personele knelpunten ontbreekt zijn de signalen die op ons afkomen op zich een duidelijk teken. Dit is niet verbazingwekkend, immers enkele jaren geleden heeft onze fractie al gewezen op de mogelijke con sequenties van het gelijktijdig uitvoeren van verschillende be zuinigingsoperaties, reorganisaties en wijzigingen in de werk zaamheden, zoals het contract-management. Met name de situatie binnen de welzijnsdienst baart ons in dit kader zorgen. In het kader van een verantwoord personeelsbeleid lijkt een aanpassing zoals is weergegeven in de Kadernota, zeker gezien de niet afla tende stroom van politieke wensen, op zijn plaats. De D'66-frac- tie verzoekt het college een duidelijk inzicht te geven in de be doelde knelpunten, zo mogelijk voor de begrotingsbehandeling 1990. In diverse commissies is door de D'66-fractie aandacht be steed aan de relatie p.r. en voorlichting/inspraak. Beide aspec ten kennen een geheel eigen doelstelling en aanpak. Duidelijk zal moeten worden gemaakt wie welke verantwoordelijkheden en ta ken heeft. Het belang dat D'66 hecht aan de functie voorlich ting/inspraak in het kader van de relatie burger-bestuur is U be- 62

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 62