27 FEBRUARI 1989 65 Niemand weet eigenlijk wat een "stedelijk knooppunt" is. Het is een abstractie, het mist de concreetheid om als richtsnoer voor een weloverwogen handelen te dienen. De enige functie die tot nu toe duidelijk omschreven is, is de functie van economische aanja ger. Maar daarmee gaat het begrip "stedelijk knooppunt" voorbij aan wat het Brabantse College van Gedeputeerde Staten benoemt als HET crusiale beleidsprobleem: "Het centrale spanningsveld dat is gelegen tussen de economische ontwikkeling en de zorg voor het woon- en leefklimaat, het milieu, de natuur en het land schap". Over het spanningsveld het volgende. Dat is wat anders dan het ietwat naïeve geloof dat sommige leden van het college publiekelijk ten toon lijken te spreiden, namelijk dat de econo mische ontwikkeling, verbonden aan het knooppunt-concept, min of meer automatisch de voorwaarden schept tot een beter woon- en leefklimaat in Breda^. Dat de knooppunt-status het recept is tot het opheffen van de maatschappelijke problemen waar een groot deel van de Bredase bevolking momenteel mee te maken heeft. De Lisa-fractie heeft daar zo haar twijfels over. Wat wel tot de mo gelijkheden behoort is dat Breda meegesleept wordt in een ontwik keling waarbij de gemeente voortdurend dieper in de schatkist dient te grijpen voor "diepte-investeringen" (om een term van de wethouder van financiën over te nemen) en vooral ook voor het op vangen van de maatschappelijke en van de milieukosten van een ex cessieve en nauwelijks te begeleiden economische ontwikkeling, die voor een belangrijk deel door derden wordt beheerst. Want met privatisering en met PPS-constructies geeft de overheid im mers steeds meer sturingsmechanismen uit handen. (P.P.S.= Publie ke Private Samenwerking). Verder kan de vraag gesteld worden, met name in de richting van de college-deelnemer P.v.d.A., of een gemeentebestuur werkelijk zo kritiekloos achter een rege ringsbeleid kan staan dat ook via de ruimtelijke ordening nieuwe fundamenten metselt voor de tweedeling in onze samenleving. Het wordt in ieder geval tijd om te inventariseren wie er zullen pro fiteren van de knooppunt-activiteiten, wie dat niet zullen doen en wie uiteindelijk de rekening zullen betalen. Het knooppunt concept is een van de mogelijke scenario's voor de verder ontwik keling van Breda en naar de mening van de Lisa-fractie zeker niet het beste. Keuzen zouden overigens pas gemaakt mogen worden na een zorgvuldige afweging van ontwikkelings-alternatieven en van de consequenties daarvan. Consequenties op elk gebied. De Li sa-fractie constateert dat het college deze afweging achterwege heeft gelaten en zich verkocht heeft aan een ontwikkeling waar van de consequenties nog niet eens ingeschat zijn, laat staan duidelijk aan de raad zijn voorgelegd. Met betrekking tot de Ka dernota 1990 wil onze fractie twee algemene opmerkingen maken. In de eerste plaats: het lijkt alsof de Kadernota 1990 een pri oriteitsstelling uit de weg gaat. Om de reactie van de Sportad- viesraad te citeren: "van een afweging geen sprake: er wordt een groot aantal nieuwe uitgaven opgesomd, zonder dat duidelijk wordt gemaakt waarom juist voor die uitgaven wordt gekozen en niet voor andere". Deels is deze opmerking juist. De problemen, het mogelijke en het gewenste beleid, de bestaande noden, zijn inderdaad onvoldoende in kaart gebracht. Voor de raad is het in feite onmogelijk om een goede afweging te maken. Maar deels is deze opmerking echter ook niet juist. Wie tussen de regels door-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 65