27 FEBRUARI 1989
73
motie en acquisitie betreffen. Wij vinden dat zinloos, omdat de
bevolking daar niet of minimaal van profiteert, zeker in verhou
ding met het bedrijfsleven. Wij zijn van mening dat de beste pro
motie voor een stad de leefbaarheid is met als peilers een goed
voorzieningenniveau en een gezond milieu. Daarvoor hoef je geen
bedrijven uit andere regio's weg te trekken. De PSP-fractie
dient bij deze behandeling van de Kadernota geen moties of amen
dementen in. Op tal van terreinen zouden we het willen doen. Ik
besef dat vele beleidswijzigingen en claims die ik zou willen in
dienen van tafel geveegd worden, omdat er dit jaar nog nota's en
notities over zullen verschijnen en dat ze voorbarig genoemd zul
len worden. Deze opstelling van de P.S.P. betekent wel dat we
ook bij de begrotingsbehandeling van 1990 eind dit jaar ons niet
zullen laten leiden door de nu voor ons liggende Kadernota, wel
ke beleidsmatig nauwelijks onderbouwd is. Voor ons staat vast
dat als je de maatschappelijke verschillen wilt verkleinen en ac
tief wilt werken aan een beter milieu, er andere keuzes gemaakt
moeten worden. In deze Kadernota tref je die keuzes niet aan.
Over het knooppunt het volgende. Het kabinet heeft besloten, Bre
da Knooppunt! Nu het parlement nog en dan? Vele vraagtekens. Tot
nu toe hebben we nog geen cent ontvangen en het ziet er niet
naar uit dat daar binnenkort verandering in komt. Wel worden er
reeds vele tonnen uitgegeven om bij de mogelijke definitieve aan
wijzing plannen te hebben om op tafel te leggen bij het rijk. On
ze verwachtingen zijn niet zo hoog gespannen. In het verleden
was een groot deel van de raad ook zo blij met de aanwijzing als
groeistad. Van die aanwijzing zou de gehele stad beter worden
werd toen in alle toonaarden gezegd. Wat de P.S.P. in Breda ge
leerd heeft in de periode van groeistad is o.a. dat: er vele mil
joenen teveel zijn besteed aan adviseringskosten; dat er vele
tientallen miljoenen zijn afgeboekt op de grondexploitatie; dat
de voorzieningen in de rest van Breda er niet beter op geworden
zijn. De armoede is verdeeld over de stad, voorbeelden zijn: de
spreiding van de sportvelden, de welzijnsvoorzieningen en een
niet investeren in cultuur. Van belang is dat de plannen die ont
wikkeld worden in het kader van het knooppunt het voorzieningen
niveau in de stad op een hoger peil brengen. En dat die plannen
gericht moeten zijn op het verbeteren van het werk en leefmilieu
in de ruimste zin en dat ze de maatschappelijke verschillen In
de stad verkleinen. Dat betekent dat we blijven ageren tegen het
volkshuisvestingsbeleid dat de nadruk legt op dure vrije sector
bouw en de mensen met de lagere inkomens en uitkeringen op de
lijst van woningzoekenden laat staan. En dat betekent eveneens
dat de werkgelegenheid, die aangetrokken wordt, oplossingen
dient te brengen voor de hoge werkloosheid onder jongeren en met
name migranten. Hier dienen afspraken te worden gemaakt met de
hier gevestigde en te vestigen bedrijven. Het kan en mag niet zo
zijn dat de knooppuntstatus de te grote verschillen die er maat
schappelijk zijn verder versterkt. Daarom vraagt de P.S.P. het
college alle plannen die ontwikkeld worden in een vroegtijdig
stadium de raad en de betrokkenen voor te leggen. De raad moet
eveneens in de gelegenheid gesteld worden om andere initiatieven
te laten uitwerken. En dat betekent tot slot dat de kwaliteit
van het bestuur nog zéér sterk verbeterd moet worden.