28 FEBRUARI 1989
79
dat deze regeling zou moeten worden uitgebreid tot verlichtings
plannen voor andere wooncomplexen, alsmede óf eventueel ook ande
re beveiligingsmaatregelen hieronder zouden moeten worden ge
bracht. Tevens is de dienst verzocht duidelijkheid te scheppen
over de aan het voorstel verbonden kosten. Bij de vaststelling
van een dergelijke regeling zal naar onze mening rekening moeten
worden gehouden met hetgeen door de V.V.D.- en de D66-fracties
is opgemerkt ten aanzien van de eigen verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van zowel verhuurders als huurders. Op de vraag van
de P.v.d.A.-fractie of aan de eventueel in te voeren 1/3-rege-
ling een verordening ten grondslag dient te liggen kan op dit mo
ment nog geen antwoord worden gegeven. Medio 1989 zal door de
dienst openbare werken aan ons college een plan worden uitge
bracht, waarin ook aandacht zal worden besteed aan het niveau
van de openbare verlichting. Dit plan zal worden voorzien van
een advies van de commissie B.P.C. Uiteraard zal worden ge
tracht, zoals door de V.V.D.-fractie verzocht, de te nemen maat
regelen op evenwichtige wijze over het totale gemeentelijke
grondgebied te spreiden. Dit verlichtingsplan zal in het derde
kwartaal in de functionele commissie aan de orde komen. Hoewel
door ziekte van de betrokken medewerker enige vertraging is opge
treden, kan de besluitvorming omtrent dit plan nog wél meegeno
men worden bij de behandeling van de begroting 1990. Met het
C.D.A. zijn wij van mening dat het spuiten van graffiti, voor zo
ver het geen vorm van kunstuiting betreft, bestreden dient te
worden. Uiteraard is hier een duidelijke relatie met het HALT-bu-
reau aanwezig. Met de V.V.D.-fractie zijn wij van mening dat
functioneel toezicht en sociale controle in het kader van de be
strijding van veel voorkomende criminaliteit van groot belang
zijn. Indien de voorstellen, zoals die door de commissie B.P.C.
binnen korte termijn worden voorgelegd, daartoe aanleiding ge
ven, zullen wij bezien in hoeverre de inschakeling van werklozen
in het kader van werkervaringsprojecten tot de mogelijkheden be
hoort. Op het onderdeel winkeliersproject in motie 11 zal de
heer Sandberg nader ingaan. Terecht merkt de C.D.A.-fractie op
dat de taken van de milieu-politie integraal behoren tot het ta
kenpakket van de reguliere politie. Zoals ik tijdens de behande
ling van de begroting 1989 heb medegedeeld, worden binnen het
korps daarvoor geen mensen speciaal vrijgemaakt, maar is de poli
tie verzocht aan de handhaving van de milieuwetgeving binnen
haar reguliere taak de grootst mogelijke aandacht te besteden.
Het ligt derhalve niet in het voornemen om, nu het Bredase poli
tiekorps op uitbreiding mag rekenen, hiervoor binnen het korps
een aparte functie te creëren. De V.V.D.-fractie hoopt dat bin
nen de nieuwe sterkte meer ruimte ontstaat om de knelpunten op
te vangen. Uiteraard stemt de herschikking van de politiesterkte
mij hoopvol. Er dient echter op gewezen te worden dat deze her
schikking zich in de inspraakfase bevindt en de minister van bin
nenlandse zaken eerst medio 1989 definitieve besluiten hoopt te
nemen. Gezien het verzet alom zou dat weieens tot een beslissing
kunnen leiden die niet voldoet aan het huidige verwachtingspa
troon. Bovendien zal de eventuele uitbreiding gespreid over een
aantal jaren plaatsvinden. Tenslotte nog een aantal algemene op
merkingen over knooppunt Breda. De specifieke vragen hieromtrent
zullen aanstonds door een aantal andere leden van het college be-