26 JANUARI 1989 7 welke we toen van harte hebben ondersteund. De V.V.D. Is voor een beleid dat mensen in financiële knelsituatiesbuiten eigen toedoen, van harte ondersteunt. Deze uitspraak zal ik nog eens staven door V.V.D.-uitspraken tijdens de begrotings- en commis siebehandelingen, maar dan ook tegelijkertijd de beperkingen die de V.V.D. daarbij heeft gesteld. Ik citeer: "De V.V.D.-fractie heeft steeds van harte meegewerkt aan een beleid dat beoogt ex tra steun te geven aan wie moet leven van een minimum-inkomen. Dit beleid dient te worden voortgezet, zolang het begrotingseven wicht dit toelaat en zonder elementen van inkomenspolitiek". De V.V.D-fractie is niet bereid om elke maatregel die onder het predikaat minimabeleid wordt gepresenteerd kritiekloos te aan vaarden. Onze fractie doelde daarbij met name op de maatregel in het kader van de sportdeelnameIn de eerste plaats wordt hier een trend uitgezet, waarin de burger met alles bij het gemeente lijk minimabeleid kan aankloppen. In de tweede plaats is hier niet van een zodanige elementaire behoefte-component sprake, dat dit in het minimabeleid zou passen. In de derde plaats zou bij de invoering van deze regeling ook het schouwburgbezoek, de mu ziekschool en dergelijke betrokken moeten worden. Dit is ook te recht opgemerkt door de cliëntenraad. Hieruit mag blijken op welk glad ijs de gemeente zich begeeft. Ik wil hierbij niet onbe noemd laten het initiatief van de gemeente Den Haag, om ook in relatie tot het plan Deckert voor de gezondheidszorg zelf maatre gelen te treffen, waarbij de ouderen niet in het plaatselijk be leid zouden passen. Waar is het einde? Per voorziening is er dan weliswaar geen open-einde-regeling, maar alles bij elkaar is het einde wel heel ver te zoeken. De V.V.D-fractie heeft ook grote bezwaren geuit tegen het systeem dat U blijft huldigen, ook in de voorliggende voorstellen, namelijk: wie het eerst komt die het eerst maalt. Elementaire rechtszekerheid wordt hiermee tot een aanfluiting gemaakt. Het is het college bij monde van wethou der Van Raak, die stelt dat er weinig uitgericht kan worden te gen de gevoelens van teleurstelling op het moment dat het bedrag op is. Met zo'n standpunt kunnen mensen in knelsituaties worden gevonnist. Strenge heren regeren niet lang. In dit geval zal het tegengestelde het geval zijn, namelijk dat dit standpunt niet zal standhouden en de heren zullen blijven doorregeren. De V.V.D. is dus vóór minimabeleid, maar tegen naar inkomenspoli tiek riekende zaken. Bij de begrotingsbehandeling is door het college, wederom bij monde van wethouder Van Raak, het volgende gezegd. Ik citeer: "Geen verhoging van inkomen van bepaalde inko menscategorieën". Voor de V.V.D. betekent dit ook geen verhoging van lasten voor bepaalde inkomenscategorieën als gevolg van het te voeren minimabeleid. De V.V.D.-fractie zou graag horen of de uitspraak van het college ook zo verstaan mag worden. Wij zien dat Breda en vele andere gemeenten hun eigen sociale proeftuin aan het inzaaien zijn. Breda zaait voor circa f 3.000.000,per jaar. Jaarlijks wordt het bemest met een storting van algemene middelen uit het steunfonds. Een wethouder van financiën en van milieu kan daarmee op den duur weinig gelukkig zijn. En dat in een klimaat waarin de mist in ons sociaal zekerheidslandje steeds dikker wordt. Wie is er nu verantwoordelijk voor het mini- mum-lnkomensbeleid? Dat is naar onze mening nimmer de gemeente. De gemeente dient hooguit in haar eigen fiscale sfeer tegemoet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 7